Technisch Infoblad COMBIDIC®-1K-S 1 comp. bitumen dikke coating (PMBC)
Artikelnummer
Inhoud
ME
Kleur
205043002
32
L
zwart
205043003
940
Producteigenschappen gebruiksklaar Afdichtingsmiddel conform DIN 18533, DIN EN 15814 naad- en voegloze, flexibele, scheuroverbruggende afdichting geoptimaliseerd voor spuitverwerking
Voordelen zeer goed spuitbaar Handmatige en machinale verwerking snel regenvast radondicht
Toepassingsgebieden / Bouwafdichting voor het afdichten van onderdelen die in contact komen met de grond in geval van onderdelen bij bodemvochtigheid en niet-drukkend water (W1.1-E, W1.2-E volgens DIN 18533) voor afdichting tegen drukkend water (W2.1-E volgens DIN 18533) voor het afdichten tegen spatwater en bodemvochtigheid aan de onderkant van de muur (W4-E volgens DIN 18533) voor achteraf aangebrachte bouwafdichting achteraf conform WTA-merkblad 4-6 voor het verlijmen van beschermings- en drainplaten
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 1/4
18/03/2024
Technisch Infoblad COMBIDIC®-1K-S Technische gegevens Materiaaleigenschappen Productcomponenten Materiaalbasis Consistentie Dichtheid, verwerkingsklaar product (ISO 1183-1) Scheuroverbrugging DIN EN 15812 Scheuroverbrugbaarheid (classificatie DIN EN 15814) Regenvast volgens DIN EN 15816 (classificatie) Waterdichtheid DIN EN 15820 (sleufdruk 1 mm) Waterdichtheid (classificatie DIN EN 15814) Druksterkte in overeenstemming met DIN EN 15814 Drukbestendigheid volgens DIN EN 15815 Classificatie van het materiaalgedrag bij brand conform DIN EN 13501-1
gebruiksklaar Met polystyreen gevulde bitumenlaagafdichting Pleisterconsistentie ca. 0,8 kg/dm³ > 2 mm CB 2 < 8 uur (R2) > 0,75 bar (W2A) W2A C2A 0,3 MN/m² E
Verwerking von 5 °C bis 30 °C ca. 1,15 l ca. 2 Dagen
Ondergronds- / verwerkingstemperatuur Verbruik pro m² en mm laagdikte Uithardingstijd / volledig belastbaar
Materiaalverbruik Verbruik op toepassingsgebied Waterinwerkingsklassen (DIN 18533)
Belasting WTA-infoblad
Droge laagdikte (mm)
Natte laagdikte (mm)
Aanbrenghoeveelheid (l/m²)
W1.1-E/ W1.2-E
Bodemvochtigheid en niet-drukkend water
DIN 18195-4 Bodemvochtigheid en niet stuwend sijpelwater
≥ 3,0
≥ 3,5
W2.1-E
Matige inwerking van drukkend water
DIN 18195-6 Stuwend sijpelwater en drukkend water
≥ 4,0
≥ 4,5
≥ 5,0
W3-E
Niet-drukkend water op met aarde bedekte plafondoppervlakken
DIN 18195-5 niet-drukkend water, matige belasting
W 4-E *
Spatwater op wandsokkel en capillair water in en onder aardrakende wanden
Sokkelafdichting
Verlijmingen isolatieplaten
≥ 1,0
-
≥ 2,0
Egalisatielagen
≥ 1,2
Een mogelijk hoger verbruik bij oneffen ondergronden en handgemaakte welvingen moeten in acht worden genomen.
*
Bitumenlaagafdichtingen zijn conform DIN 18533 niet toegestaan als dwarsdoorsnede-afdichting.
Verwerkingstechniek Hulpmiddelen / gereedschap Getande spaan of laagtroffel Troffel Vlakspaan
Handverwerking spatelbaar met troffel
Machineverwerking COMBIDIC®-1K-S kan worden verwerkt met machines. Voor exacte gegevens, zie aanvullende technische informatie nr. 43.
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 2/4
Technisch Infoblad COMBIDIC®-1K-S Geschikte ondergrond aardrakende onderdelen
Het substraat voorbereiden Vereiste voor de ondergrond 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vorstvrij draagkrachtig vlak poriën geopend gesloten in het oppervlak vrij van hechtingsverminderende stoffen
Details voorbereiden 1. De randen moeten worden afgeschuind en de hoeken moeten worden afgerond. 2. Dieptes > 5 mm evenals mortelnesten, metselrillen bij metselwerk, open stoot- resp. strekvoegen, barsten, ondergronden met grove poriën of oneffen metselwerk moeten vooraf met ASOCRET-M30 worden geëgaliseerd.
Doorvoeren 1. Doorvoeren moeten middels holle kim op de leidingen resp. buis-doorvoeringen worden aangesloten. Als alternatief kunnen afhankelijk van de nominale diameter ASO-Dichtmanchette-boden, ASO-Dichtmanchette-wand of ADF-Buismanchette worden gebruikt. 2. De hieropvolgende oppervlakafdichting moet minstens 5 cm op de buisdoorvoer worden uitgevoerd.
Spatwater/sokkelbereik 1. In het bereik van de spatwaterzone moet de afdichting tot ten minste 30 cm boven het maaiveld worden aangebracht. 2. Na terreinaanpassing moet de afdichting ≥ 15 cm boven het maaiveld uitsteken. 3. Doorgaans wordt deze aansluiting met flexibele, minerale afdichtingsmortel, bijv. AQUAFIN-RB400, uitgevoerd om een hechtende ondergrond, voor bijv. sokkelpleister etc. te verkrijgen. 4. De overlapping van de bitumenlaagafdichting op de afdichtingsmortel is hierbij ten minste 10 cm.
Wand-/vloeraansluiting, inwendige hoeken, voegen 1. De vakkundig voorbereide ondergrond met AQUAFIN-1K of ASOCRET-M30 in specie-achtige consistentie aanbrengen en nat-in-nat een afdichtingskim uit ASOCRET-M30 met min. ca. 4 cm beenlengte inbedden. 2. In het bereik van gebouwscheidingsvoegen wordt de afdichting middels ADF/ of ASO-Dichtband-2000-S versterkt en in de oppervlakafdichting opgenomen.
Toepassing Verwerking 1. Bereid de ondergrond voor met een grondering ASOL-FE (1:5 verdund met water). 2. Als alternatief en voor ondergrondversteviging kan AQUAFIN® Primer ook worden gebruikt. 3. Bij betonondergronden met grove poriën wordt een schraaplaag aanbevolen om te voorkomen dat er zich luchtbellen in de bitumenlaagafdichting ontstaan. 4. Na volledige droging van de grondering / schraaplaag kan COMBIDIC®-1K-S worden aangebracht.
Waterbelastingsklasse W1.1-E en W1.2-E 1. COMBIDIC®-1K-S voor verwerking homogeniseren. 2. COMBIDIC®-1K-S aanbrengen met een vlakspaan in min. 2 arbeidsgangen. 3. Voor het bereiken van een gelijkmatige laagdikte, idealiter met een getande spaan of laagtroffel overeenkomstig de grootte, opkammen en met de gladde zijde een gesloten oppervlak vormen. 4. In het bereik van de funderingsplaat moet de afdichting aan de kopse zijde van de fundering tot ten minste 10 cm lager worden uitgevoerd.
Waterbelastingsklasse W2.1-E en W3-E 1. COMBIDIC®-1K-S aanbrengen met een vlakspaan in min. 2 arbeidsgangen. 2. Op de eerste natte afdichtingslaag moet ASO®-versterkingsvlies worden ingebouwd. 3. Voor de tweede laag moet de eerste laag dusdanig zijn gedroogd dat met het aanbrengen van de volgende laag geen beschadiging kan ontstaan. 4. Ter hoogte van de funderingsplaat moet de afdichting in de waterbelastingsklasse W2.1. minstens 15 cm verlaagd worden op de kopse zijde van de fundering.
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 3/4
Technisch Infoblad COMBIDIC®-1K-S Controle van de afdichting Er moet doorgaans een laagdiktecontrole uitgevoerd en gedocumenteerd worden. De laagdiktecontrole vindt plaats in natte toestand door het meten van de natte laagdikte (ten minste 20 metingen per uitvoeringsobject resp. ten minste 20 metingen per 100 m²). De volledige droging / droge laagdikte wordt destructief gecontroleerd met de "Keilschnitt"-methode op een referentiemonster dat bestaat uit de objectondergrond die is opgeslagen in de brouwkuip.
Graafwerkzaamheden opvullen De bouwplaats pas weer aanstorten na volledige droging van de bitumenlaagafdichting.
Reiniging van het gereedschap Gereedschap onmiddellijk na gebruik afspoelen met water. Gedroogd materiaal is moeilijk te verwijderen.
Afvoer- en beschermplaten bij aardrakende onderdelen Afdichtingen moeten tegen weersinvloeden en mechanische beschadiging door geschikte veiligheidsmaatregelen conform DIN 18533 worden beschermd. 1. De afdichting moet volledig droog zijn. 2. Geschikte bescherm- en drainplaten kunnen batchgewijs met COMBIDIC-1K/-S worden gefixeerd. 3. Perimeterisolatie moet vlakvol en stotend worden verlijmen met COMBIDIC-2K-CLASSIC of COMBIDIC-2K-PREMIUM. 4. Het afvoeren gebeurt conform de voorschriften van DIN 4095.
Opslagomstandigheden Opslag Vorstvrij, koel en droog bewaren. Bij min. 5 - 40 °C voor 12 Maanden in de oorspronkelijke verpakking. Aangebroken verpakking direct opmaken.
Aanwijzingen Niet te behandelen oppervlakken beschermen tegen de effecten van COMBIDIC®-1K-S! Negatieve waterdruk kan een bitumineuze afdichting niet verdragen. In de gevallen waar dit kan worden verwacht, moet eerst met AQUAFIN®-1K worden afgedicht. Niet toepassen bij regen of lucht-/ondergrondtemperaturen lager dan +5 °C. Bovenzijden van metselwerk en open vensterbanken beschermen tegen indringend water. De aangegeven minimale laagdikte mag op het moment van afname nergens worden onderschreden! De vereiste natte laagdikte mag nergens met meer dan 100% worden overschreden. COMBIDIC®-1K-S moet worden beschermd tegen weersinvloeden, zoals regen, vorst, sterke zonnestraling, etc. totdat deze volledig droog is!
GISCODE: BBP10
Dit technisch informatieblad is een vertaling uit het Duits en houdt geen rekening met plaatselijke bouwverordeningen of wettelijke voorschriften. Het dient slechts als algemene productinformatie te worden beschouwd. Als rechtsgeldig kunnen uitsluitend de meest recente Duitse versie van dit technische informatieblad of het meest recente technische informatieblad van een van onze buitenlandse dochterondernemingen binnen het betreffende verkoopgebied worden aangemerkt.
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 4/4