Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Snelle minerale bouwafdichting
Artikelnummer
Inhoud
ME
Verpakking
Kleur
204218006
32,5
KG
Set
grijs
204218007
24
Combiverpakking
Producteigenschappen Flexibele polymeergemodificeerde dikke coating (FPD) Minerale afdichtingsmortel (MDS) bitumenvrij snelle reactieve volledige droging verbeterde scheuroverbrugging, zelfs bij lage temperaturen (–5 °C) zeer lage emissie - EMICODE® EC 1PLUS
Voordelen sulfaatbestendig vorst-, dooizout-, UV- en verouderingsbestendig radondicht hoog scheuroverbruggend
Toepassingsgebieden / Bouwafdichting voor het afdichten van onderdelen die in contact komen met de grond in geval van onderdelen bij bodemvochtigheid en niet-drukkend water (W1.1-E, W1.2-E volgens DIN 18533) voor het afdichten tegen spatwater en bodemvochtigheid aan de onderkant van de muur en tegen capillair water in en onder muren (W4-E volgens DIN 18533) voor afdichting tegen drukkend water (W2.1-E volgens DIN 18533) voor achteraf aangebrachte bouwafdichting achteraf conform WTA-merkblad 4-6 voor binnen en buiten voor de afdichting van venster- en deurelementen tot de vloer geschikt voor oude, vasthechtende bitumenondergronden
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 1/7
04/04/2024
Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Technische gegevens Materiaaleigenschappen Productcomponenten Materiaalbasis Consistentie Dichtheid, verwerkingsklaar product (ISO 1183-1) Scheuroverbrugging PG MDS / FPD Scheuroverbrugging volgens ASTM C836 Scheuroverbrugging DIN EN 14891 (bij normale en lage temperaturen) Waterdichtheid (PG MDS/FPD) Waterdichtheid tegen negatief drukkend water (WTA-technisch merkblad 4-6) Waterdichtheid (PG FBB) Kleefkracht DIN EN 1542 Waterdampdiffusiecoëfficiënt µ CO2 doorlaatbaarheidscoëfficiënt, µ CO2 Sd-waarde (3,5 mm droge laagdikte) Regenvast Waterdrukdicht volgens (1 bar) UV-bestendigheid volgens DIN EN ISO 4892-2 Blootstellingsklassen (DIN EN 1992-1-1) Classificatie van het materiaalgedrag bij brand conform DIN EN 13501-1
2-componenten systeem Kunststof/mortel-combinatie Pleisterconsistentie ca. 1,1 kg/dm³ tot 2 mm > 3 mm > 0,75 mm tot 2,5 bar tot 0,75 bar 1,0 mm (voegbreedte) ≥ 0,5 N/mm² < 670 > 100000 > 200 m op geschikte oppervlakken na ca. 3 uur; een blijvende waterbelasting vermijden ca. 16 Uren 2000 Uren XA2 E
Mengen Mengverhouding, component A Mengverhouding, component B Mengtijd Rijpingstijd Watertoevoeging, maximaal
1,5 gewichtsdelen (poeder) 1 gewichtsdeel (vloeibaar) ca. 3 minuten ca. 5 minuten max. 0,24 l per 24 kg
Verwerking Ondergronds- / verwerkingstemperatuur Verwerkingstijd Begaanbaar na Herwerkbaar na Drukwater belastbaar na
von 5 °C bis 30 °C ca. 45 minuten ca. 24 Uren ca. 3 Uren ≥ 1 Dagen
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 2/7
Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Materiaalverbruik Verbruik op toepassingsgebied
Verwerkingstechniek Hulpmiddelen / gereedschap Mixer (ca. 500—700 omw/min) geschikte roerpeddel Troffel Getande spaan of laagtroffel Vlakspaan Kwast Spuitapparaat
Handverwerking spatelbaar met troffel Insmeerbaar met kwast
Machineverwerking AQUAFIN®-RB400 kan worden verwerkt met machines. Voor exacte gegevens, zie aanvullende technische informatie nr. 43.
Geschikte ondergrond op oude, vasthechtende bitumenondergronden Beton Metselwerk Pleisterwerk PII en PIII Cementdekvloer (CT) Alle ondergronden conform DIN 18535, DIN 18531, DIN 18533
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 3/7
Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Het substraat voorbereiden Vereiste voor de ondergrond 1. 2. 3. 4. 5. 6.
vlak vrij van hechtingsverminderende stoffen gesloten in het oppervlak poriën geopend draagkrachtig grotendeels volledig voegbaar
Details voorbereiden 1. Het grondpuntbereik en de overgang naar de spatwaterbasis moeten worden teruggebouwd naar de minerale ondergrond in geval van toepassing achteraf. 2. De randen moeten worden afgeschuind en de hoeken moeten worden afgerond. 3. Dieptes < 5 mm egaliseren met ASOCRET-M30 / AQUAFIN-1K of een mengsel van AQUAFIN-RB400 en kwartszand (Ø 0,1-0,35 mm) ca. 6 kg op 24 kg AQUAFIN-RB400. 4. Dieptes > 5 mm evenals mortelnesten, metselrillen bij metselwerk, open stoot- resp. strekvoegen, barsten, ondergronden met grove poriën of oneffen metselwerk moeten vooraf met ASOCRET-M30 (cementmortel) worden geëgaliseerd.
Oppervlak voorbereiden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Alle vaste bitumenondergronden moeten voorzien worden van een schraaplaag en na volledige droging in twee lagen worden bewerkt. Bij ondergronden die door dooizout zijn beschadigd, moet de ondergrond tot het neutrale bereik worden verwijderd, bijv. door frezen etc. Bij oneffen ondergronden kan ook een verdichting met ASOCRET-M30 plaatsvinden. De ondergrond moet zo bevochtigd worden, dat deze op het tijdstip van het aanbrengen matvochtig is. Sterk zuigende en licht schurende ondergronden moeten voorgestreken worden met AQUAFIN Primer. Vochtigheid aan de achterzijde resp. punctuele vochtbelastingen van de negatieve zijde moet worden uitgesloten. Wij raden bij afdichtingen met bevochtiging aan de achterzijde een voorafdichting met AQUAFIN-1K of ASODUR-SG2/-thix uit te voeren.
Zool-wand overgang 1. AQUAFIN®-1K of ASOCRET-M30 in mengbare consistentie voorbewerken. 2. "Nat-in-nat" een afdichting met min. 4 cm beenlengte van ASOCRET-M30 inbouwen. 3. Na volledige droging de afdichting uitvoeren met AQUAFIN®-RB400.
Pijpkanalen 1. In de waterinwerkingsklasse W 2.1-E moeten geschikte los-vaste flensconstructies of geteste huisinvoersystemen worden gebruikt. 2. Voor een waterdoorlatende vorming van buisdoorvoeren moeten de systeemcomponenten van de ASO-Dichtmanchetten overeenkomstig de desbetreffende belastingsklasse worden gebruikt.
Toepassing Mengen 1. De vloeibare componenten in een schone mengemmer gieten en met het desbetreffende poedercomponent tot een homogeen, klontvrije massa roeren. 2. De mengtijd is ca. 3 minuten. 3. Na een rijpingstijd van ca. 5 minuten de massa opnieuw mengen. 4. Afhankelijk van de toepassingstechniek (bijv. verwerking met slurry of spuitmethode) niet meer water gebruiken dan aangegeven onder "Technische gegevens > Mengen > Watertoevoeging maximaal". De watertoevoeging volgt na het mengen.
Afdichting 1. 2. 3. 4.
Het materiaalverbruik is afhankelijk van de vereiste droge laagdikte volgens de waterinwerkingsklasse (zie tabel Materiaalverbruik). AQUAFIN®-RB400 in ten minste twee arbeidsgangen poriënvrij aanbrengen. Een gelijkmatige laagdikte wordt door gebruik van een vlakspaan of getande spaan en aansluitend gladmaken bereikt. De tweede arbeidsgang (en volgende) kan worden uitgevoerd wanneer de eerste arbeidsgang niet meer kan worden beschadigd. (zie "Technische gegevens > Verwerking > Tweede arbeidsgang na wachttijd")
Bewegings- en verbindingsvoegen Voor een waterdoorlatende vorming van bewegings- en aansluitvoegen moeten de systeemcomponenten van de ASO-Dichtband-techniek overeenkomstig de desbetreffende technische merkbladen worden gebruikt.
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 4/7
Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Overgangen waterondoorlaatbare onderdelen van beton tot 3 m dompeldiepte (max. openingsbreedte 1,0 mm) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De afdichting op de voorbereide ondergrond ten minste 15 cm aan beide zijden van de voeg uitvoeren. De afdichting in de wand-/vloeraansluiting ca. 15 cm op het kopse oppervlak van de waterondoorlaatbare bodemplaat laten doortrekken. De verwerking geschiedt in 2 arbeidsgangen. Totale droge laagdikte: 4 mm. Een gelijkmatige laagdikte wordt verkregen bij gebruik van een 6 tot 8 mm tandtroffel en aansluitend gladmaken. Als alternatief kunnen de overgangen ook middels ASO-Dichtband-techniek worden afgedicht. De geselecteerde dichtband overeenkomstig het technische merkblad inbouwen. Aansluitend de verlijmde dichtbanden min. 15 cm aan beide zijden van de voeg met de afdichting bewerken. Minimale droge laagdikte: 2,5 mm.
Integratie van verdiepingshoge elementen of raamelementen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Houten ondergrond moeten indien nodig vooraf worden geschuurd. Kunststofelementen moeten eerst worden ontvet. De aangrenzende ondergronden moeten vooraf worden gereinigd van bramen en verontreinigingen. Het ASO-aansluitdichtband middels zelfklevende stroken op het in te bouwen element fixeren. Het dichtband omklappen. Breng AQUAFIN-RB400 aan op het raamelement, het vloeroppervlak en het metselwerk. De dichtband vrij van holle ruimte en zonder vouwen aandrukken. Hoekbereiken met ASO-Dichtband-2000-S-hoeken vastzetten. Bedek ten slotte het hele gebied volledig met twee lagen AQUAFIN-RB400.
Uitharding en bescherming In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid hardt het materiaal zeer goed uit. In relatief droge bereiken moet de coating min. 3 dagen lang vochtig worden gehouden. In slecht geventileerde ruimtes en diepe putten moet 24 uur lang voor voldoende ventilatie worden gezorgd.
Reiniging van het gereedschap Gereedschap direct met water afspoelen. Gedroogd materiaal met ASO-R001 losmaken en afwassen.
Afvoer- en beschermplaten bij aardrakende onderdelen Afdichtingen moeten tegen weersinvloeden en mechanische beschadiging door geschikte veiligheidsmaatregelen conform DIN 18533 worden beschermd. Voor de verlijming van geschikte beschermings-/afvoerplaten en perimeterisolatieplaten wordt AQUAFIN-RB400 gemengd met kwartszand 0,1-0,35 mm (ca. 6 kg op 24 kg AQUAFIN-RB400) en aangebracht met een geschikte getande spaan volgens de buttering-floating methode. De verlijming volgt afhankelijk van de waterinwerkingsklasse puntgewijs of over het volledige oppervlak. Als alternatief kan de verlijming met 2-componenten bitumenlaagafdichting (PMBC) COMBIDIC-2K-CLASSIC of COMBIDIC-2K-PREMIUM worden uitgevoerd. Het afvoeren gebeurt conform de voorschriften van DIN 4095.
Opslagomstandigheden Opslag Vorstvrij, koel en droog bewaren. Bij min. 5 - 40 °C voor 12 Maanden in de oorspronkelijke verpakking. Aangebroken verpakking direct opmaken.
Afvalverwijdering Productresten kunnen worden afgevoerd volgens afvalsleutel AVV 17 01 07 en AVV 08 04 10.
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 5/7
Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Aanwijzingen Niet te behandelen oppervlakken beschermen tegen de effecten van AQUAFIN®-RB400! AQUAFIN®-RB400 als oppervlaktecoating mag niet worden blootgesteld aan punt- of lineaire belastingen. AQUAFIN®-RB400 kan gepleisterd worden en met diffusie-open, oplosmiddelvrije dispersie-silicaatverf- resp. dispersie-silicaat-verf (geen pure silicaat-verf) worden overstreken. Er kunnen tevens verfsoorten op basis van silicone-hars en acryl worden gebruikt. Op flenzen van PVC, brons en roestvrij staal moeten ASO®-Dichtmanchetten of anders ADF®-Buismanchetten vrij van holle ruimtes en zonder vouwen worden geïnstalleerd en naadloos worden geïntegreerd in de oppervlakafdichting. Bij sterke zonnestraling tegen de loop van de zon, in de gebieden in de schaduw werken. Direct contact met metalen, zoals koper, zink en aluminium, moet door een poriëndichte grondering worden uitgesloten. Een poriëndichte grondering wordt in twee arbeidsgangen met ASODUR®-GBM aangebracht (zie Technisch merkblad). In ruimtes met een hoge luchtvochtigheid en/of ontoereikende ventilatie (bijv. Waterreservoirs) kan een dauwpuntonderschrijding (condensvorming) op het oppervlak voorkomen. Dit moet door gebruik van geschikte maatregelen, bijv. door het gebruik van condensdroger, worden uitgesloten. Directe verwarming of ongecontroleerd inblazen van warme lucht is niet toegestaan. Tijdens de uitharding mag de afdichting niet belast worden door water. Water dat aan de achterzijde inwerkt kan bij vorst leiden tot loskomende delen. Bij toepassing in reservoirs of waterbelastingen met hard of zacht water met een hardheid van < 30 mg CaO per liter is in principe een wateranalyse noodzakelijk. De beoordeling van de aantastingsgraad gebeurt conform EN 1992-1-1 (Eurocode 2).
Relevante regelgeving De erkende regels van de bouwtechniek, alsook de geldende richtlijnen en actuele voorschriften moeten in acht worden genomen. Uittreksel van de essentiële voorschriften DIN 18533 DIN 18535
Het geldige veiligheidsblad in acht nemen! Uitleg Conformiteit / Declaratie / Verificatie
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 6/7
Technisch Infoblad AQUAFIN®-RB400 Inwerkingsklassen en typerende toepassingen conform DIN 18533
Scheurklassen conform DIN 18533
Inwerkingsklassen voor bakken conform DIN 18535
Dit technisch informatieblad is een vertaling uit het Duits en houdt geen rekening met plaatselijke bouwverordeningen of wettelijke voorschriften. Het dient slechts als algemene productinformatie te worden beschouwd. Als rechtsgeldig kunnen uitsluitend de meest recente Duitse versie van dit technische informatieblad of het meest recente technische informatieblad van een van onze buitenlandse dochterondernemingen binnen het betreffende verkoopgebied worden aangemerkt.
SCHOMBURG B.V. · Postbus 343 · NL-7900 AH Hoogeveen · Tel. 0528 / 267171 · Fax 0528 / 267288 · schomburg.nl 7/7