Vochtwering- & renovatie
Advieswijzer voor planningen en toepassingen voor de bouwafdichting en renovatie Als gebouwen vochtig worden of moeten worden gerenoveerd, kan dit snel leiden tot grote schade aan de gebouwstructuur. Er zijn echter mogelijkheden om dergelijke bouwwerken te repareren. We zullen u onze mogelijkheden laten zien. Met zekerheid de oplossing.
Met zekerheid de oplossing. Voor elke vereiste. Het saneren, renoveren en moderniseren van oudere bestaande panden is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Het belangrijkste aspect voor een langdurig behoud van bouwwerken is daarbij de bescherming tegen vocht. Men moet dus volledig kunnen vertrouwen op de bouwafdichting. SCHOMBURG heeft op dit gebied een jarenlange ervaring en biedt u een breed scala aan exact op elkaar afgestemde producten. Deze brochure dient er toe om u praktijkgericht te adviseren, zodat voor iedere klus een betrouwbare oplossing wordt geboden. Vanzelfsprekend kunt u ook een beroep doen op de jarenlange praktijkervaring van de specialisten van onze lijm- en afdichtingsafdeling of informatie inwinnen via www.schomburg.nl.
Advieswijzer voor planningen en toepassingen voor de bouwafdichting en renovatie
Inhoud 4 Planning en voorbereiding Waarden beschermen en behouden 4 Afdichtingen plannen en toepassen 5 De waterinwerkingsklassen 6 Ondergronden voorbereiden 8 Afdichtingssystemen 8 Kelder-buitenafdichting 10 Kelder-binnenafdichting 12 Horizontaalafdichting achteraf met vloeibaar injectiemateriaal 14 Horizontaalafdichting achteraf met pasta-achtige injectiematerialen 16 Zoutbelaste ondergronden 18 Garagereparatie 20 Scheursanering (wanden) 22 Scheursanering (vloeren) 24 Weiße Wanne injectieslangen 26 Weiße Wanne bentoniet zwelband 28 Weiße Wanne elastomeer zwelband 30 Waterzuiveringsinstallatie 32 Vochtscherm voor vochtige ondergronden 34 Reservoir voor proceswater 36 Balkonsanering 38 Tweeschalig metselwerk, niet onderkelderd 40 Gevelimpregnering 42 Algemene informatie voor de planning en uitvoering 42 Afdichtingsmatrix 44 Dichtbanden 46 Criteria van DIN 18533 48 Duitse en Europese normering 50 Reglementen 52 Begrippenlijst
schomburg.nl
3
Planning en installatie van afdichtingen Beschermen en behouden van waarden Een gebouw beschermen tegen binnendringend vocht, zorgen voor een aangenaam leefklimaat binnenin en het gebouw eeuwige jeugd geven: deze uitdagingen aangaan betekent projecten realiseren tot tevredenheid van de opdrachtgever met kennis en precisie. Wonen en werken in een goed getemperde, hygiënische en vooral gezonde omgeving is niet vanzelfsprekend. Om de waarde van een gebouw op lange termijn te behouden, zijn zorgvuldig geplande afdichtingsmaatregelen nodig. Elk gebouw wordt voortdurend blootgesteld aan externe milieuomstandigheden en moet daarom individueel worden aangepast aan de omgevingsinvloeden. De te gebruiken afdichtingsproducten en systeemcomponenten moeten onderling compatibel en op elkaar afgestemd zijn. Van de voorbereiding van de ondergrond tot het afdichten van waterzuiveringsinstallaties en het afdichten van scheuren levert SCHOMBURG een totaalpakket voor elke denkbare uitdaging. Vooral ondergrondse componenten vereisen een hoogwaardige en vakbekwame uitvoering van de afdichting. Het achteraf aanbrengen van verbeteringen of zelfs volledige
4
vernieuwingen van de grond gaan gepaard met aanzienlijke uitgaven, zowel wat betreft tijd als geld, aangezien na het opvullen van de bouwput de buitenzijde zeer moeilijk te bereiken is. Om deze reden biedt SCHOMBURG geoptimaliseerde oplossingen voor een waterdichte kelderruimte, met name voor de buitenafdichting van kelders. De keuze van de beste afdichtingscomponenten voor het keldermetselwerk hangt van verschillende factoren af. Enerzijds van het specifieke gebruik van kelders, anderzijds van verschillende zogenaamde waterinwerkingsklassen. Het gaat hierbij om de mate van belasting van buitenaf inwerkend vocht. Drukkend grondwater vraagt om andere afdichtingstoepassingen dan normaal grondvocht. De juiste toepassing is in DIN 18533 vastgelegd. Daar worden passende afdichtingsmaatregelen gespecificeerd voor vier verschillende waterinwerkingsklassen.
De waterinwerkingsklassen W1.1-E – Bodemvochtigheid en niet-drukkend water bij vloerplaten en wanden die met de grond in aanraking komen Deze inwerkingsklasse is aanwezig als de bodem zeer waterdoorlatend is (k > 10-4 m/s) en de gemeten waterstand (HGW/HHW) ≥ 50 cm onder het laagste afdichtingsniveau ligt. Bij deze inwerking kan worden afgedicht
met een kunststofgemodificeerde bitumenlaagafdichting (PMBC) of een minerale scheuroverbruggende afdichtingsmortel (MDS).
W1.2-E – Bodemvochtigheid en niet-drukkend water bij vloerplaten en wanden met drainage die met de grond in aanraking komen Deze inwerkingsklasse is aanwezig als de bodem weinig waterdoorlatend is (k ≤ 10-4 m/s) en de gemeten waterstand (HGW/HHW) ≥ 50 cm onder het laagste afdichtingsniveau ligt. Het stuwwater wordt afgevoerd door een permanent functionerende drainage. Als de drainage niet werkt, is er sprake
van drukkend water. Bij deze inwerking kan worden afgedicht met een kunststofgemodificeerde bitumenlaagafdichting (PMBC) of een minerale scheuroverbruggende afdichtingsmortel (MDS).
W2.1-E – Matige inwerking van drukkend water Deze inwerkingsklasse is aanwezig als het grondwater, het stuwwater of het hoogwater in contact komt met het bouwdeel dat met de grond in aanraking komt. Tot een waterkolom van ≤ 3 m kan het component worden afgedicht met kunststofgemodificeerde
bitumenlaagafdichtingen (PMBC). De toepassing van minerale, scheuroverbruggende afdichtingsmortels is niet voorzien in deze inwerkingsklassen en kan alleen afzonderlijk met de opdrachtgever worden overeengekomen.
W3-E – Niet-drukkend water op met grond bedekte plafondoppervlakken Deze inwerkingsklasse is aanwezig als een waterbelasting van ≤ 10 cm stuwhoogte inwerkt op een met aarde bedekt plafond met neerslagwater en de gemeten waterstand ≥ 30 cm onder het
laagste punt van het plafond ligt. Bij deze inwerking kan worden afgedicht met een kunststofgemodificeerde bitumenlaagafdichting (PMBC).
W4-E – Spatwater op wandsokkel en capillair water in en onder wanden die met de grond in aanraking komen Als wandsokkel wordt het bereik van ca. 20 cm onder het maaiveld en ca. 30 cm boven het maaiveld beschreven. In dit bereik moet het component worden afgedicht tegen het binnendringen van vocht met een met kunststofgemodificeerde bitumenlaagafdichting of een minerale,
scheuroverbruggende afdichtingsmortel. Om te voorkomen dat capillair water optrekt langs wanden die in aanraking komen met de grond, kan een minerale, scheuroverbruggende afdichtingsmortel als dwarsdoorsnede-afdichting worden gebruikt.
5
Ondergronden voorbereiden Voor optimale resultaten Een duurzaam werkende afdichting vereist een grondige en zorgvuldige voorbereiding van het te behandelen oppervlak. De staat van de ondergrond bepaalt ten slotte de kwaliteit van de uiteindelijke afdichting.
De afdichtingsmaterialen moeten in harmonie zijn met de ondergrond en vereisen een optimale hechting voor een zekere en duurzame afdichtingsfunctie. Om deze reden is de voorbereiding van de ondergrond met de bijbehorende specifieke eisen vastgelegd in deel 1 en 3 van DIN 18533. In de norm zijn de basis en de details, zoals de vlakheid, het verwijderen van bramen en de reiniging, bindend voor elke gebruiker of verwerker. De optimale voorbehandeling van de ondergrond is gericht op de betreffende afdichtingssituatie. Zo moeten er bijvoorbeeld andere maatregelen worden genomen voor afdichtingen van keldermuren dan voor coatings in garages. Afhankelijk van het toepassingsbereik zijn er verschillende systeemoplossingen beschikbaar.
Bouwanalyse Voorafgaand aan elke afdichtingsmaatregel moet een vakkundige bouwanalyse van de ondergrond worden uitgevoerd. Bij betonnen ondergronden ontstaat vaak blaasvorming in de verse coating. Dit komt door de nauwelijks zichtbare, meestal met cementhuid opgevulde luchtporiën in het oppervlak van het beton. De ingesloten lucht in de poriën zet uit onder invloed van zonlicht en baant zich continu een weg naar het oppervlak. Hierdoor wordt de verse coating van de ondergrond afgedrukt. Dit kan worden voorkomen door de cementhuid met een staalborstel te bewerken. Bij een hardnekkige cementhuid is het zelfs nodig om de ondergrond te zandstralen voor een goede verwijdering. De nu openstaande poriën kunnen dan worden gevuld met geschikte mortel of na het voorstrijken met de juiste SCHOMBURG afdichtingen. Door deze bewerkingsstappen wordt de ondergrond optimaal voorbereid, zodat de latere afdichting, na het drogen van de mortel, kan worden uitgevoerd.
6
Ondergrondvoorbereiding met SCHOMBURG producten De ondergrond moet draagkrachtig zijn, fijne poriën hebben en vrij van vuil en stof zijn. Oneffenheden en bramen moeten zorgvuldig worden weggewerkt. Zoals reeds verduidelijkt in de bouwanalyse moeten open stootvoegen tot 5 mm en oppervlakteprofielen resp. oneffenheden van stenen (bijv. pleisterribbels in bakstenen of zware betonstenen) geëgaliseerd worden door middel van mortel met bijv. AQUAFIN-1K. Openliggende uithollingen die groter zijn dan 5 mm, zoals bijvoorbeeld mortelnesten of barsten, moeten met een mortel zoals bijv. ASOCRET-M30 worden gesloten. Verder moeten de oppervlakken vrij zijn van grote scheuren en hechtingsverminderende stoffen, zoals bijv. olie, verf, sinterlagen en losse bestanddelen. Op bodemplaten moeten sinterlagen grondig mechanisch tot op de harde kern worden verwijderd om een groot hechtvlak te kunnen waarborgen. De sokkelwandaansluiting als kwetsbaar bereik moet met AQUAFIN-1K voorbehandeld worden. Vervolgens wordt nat-in-nat een hollekim van ASOCRET-M30 aangebracht.
Als alternatief kan het hollekim-bereik met het ASO-Dichtband-2000-S met gebruik van AQUAFIN-RB400 worden uitgevoerd. Na volledige uitharding wordt het hollekim-bereik incl. 15 cm van de voorzijde eveneens met AQUAFIN-RB400 overwerkt. De ondergrond moet dusdanig worden voorgenat dat deze bij het aanbrengen van de afdichtingslaag matvochtig is. Sterk zuigende ondergronden, zoals bijv. cellenbeton moet met ASO-Unigrund worden voorbewerkt voor een betere hechting. Op metalen ondergronden wordt ASODUR-GBM (incl. kwartszand instrooien) gebruikt als poriëndichte grondering. Bij het gebruik van SOLOPLAN-30-PLUS voor het egaliseren van het oppervlak in grotere laagdiktes (tot 30 mm) wordt dezelfde procedure gevolgd. Als er een risico bestaat op achterwaarts vocht, wordt in plaats daarvan ASODUR-SG2 toegepast. Optimale ondergronden bestaan uit voegdichte beton, mortels P II en P III, en volgevoegd metselwerk. Bekisting en zware betonblokken alsook ongelijke muuroppervlakken moeten worden geëgaliseerd met cementmortel.
7
1
2
De juiste en duurzame kelder-buitenafdichting Droge en absoluut dichte kelderruimtes zijn niet vanzelfsprekend. Een optimale kelder-buitenafdichting van de kelder behoort tot de belangrijkste voorwaarden voor een gebouw dat langdurig moet worden beschermd tegen vochtschade. Aangezien vocht op diverse manieren in kelders kan binnendringen, zijn er verschillende afdichtingssystemen nodig om een veelomvattende bescherming te waarborgen voor een droog en schimmelvrij woonklimaat.
COMPONENTEN KATIONISCH BITUMEN: AQUAFIN-1K ASOCRET-M30 ADF-Buismanchette AQUAFIN-RB400 COMBIFLEX-EL ASO-Systeemvlies-02 COMBIDIC-2K-CLASSIC / COMBIDIC-2K-PREMIUM ANIONISCH BITUMEN: AQUAFIN-1K ASOCRET-M30 ADF-Buismanchette AQUAFIN-RB400 COMBIDIC-2K-CLASSIC / COMBIDIC-2K-PREMIUM
8
Verwerking
1. Ondergrond egaliseren (indien nodig) Oppervlak egaliseren met AQUAFIN-1K in een enkele arbeidsgang met een spaan of geschikte spuitapparatuur.
2. Wand-vloeraansluiting afdichten In de wand-vloeraansluiting een minerale afdichtingskim met ASOCRET-M30 inbouwen. Breng eerst een hechtmortel aan. Deze kan bestaan uit ASOCRET-M30 of AQUAFIN-1K.
3. Buisdoorvoeringen afdichten AQUAFIN-RB400 aanbrengen en gladstrijken met een 4 mm getande spaan, de ADF-Buismanchette kreukvrij verlijmen en aansluitend over het gehele oppervlak overwerken.
4. Overgang sokkelafdichting Breng AQUAFIN-RB400 in minimaal twee arbeidsgangen aan met een borstel, vlakspaan of geschikte spuitapparatuur. Materiaal aanbrengen tot minstens 30 cm boven en minstens 20 cm onder het maaiveld.
5. PMBC-afdichting Breng COMBIDIC-2K-PREMIUM, COMBIDIC-2K-CLASSIC of COMBIFLEX-EL aan met behulp van een spaan met een laagdikte die overeenkomt met de belasting. Breng de bitumenlaagafdichting aan met een overlapping van minstens 10 cm op de sokkelafdichting (afb. 4).
6. Bescherm- en glijvlies (bij cationische bitumen) Toepassing aanbevolen bij metselwerk, verplicht voor betonnen componenten: Snij het ASO-Systeemvlies-02 op de juiste lengte en leg deze zonder overlapping, kreukvrij, op de verse bitumenlaag en strijk deze glad.
7a. Bescherm- en drainplaten Na doordroging van de afdichtingslaag de bitumenlijm COMBIDIC-1K dotsgewijs op de ongecacheerde zijde van de bescherm- en drainplaat aanbrengen en op de afgedichte ondergrond drukken.
7b. Perimeterisolatie De isolatie overeenkomstig de gegevens van de fabrikant strak en in verstek over het volledige oppervlak verlijmen met COMBIDIC-2K-CLASSIC resp. COMBIDIC-2K-PREMIUM.
9
Achteraf Kelder-binnenafdichting De bescherming van de bouwstructuur tegen verdere verstoring door water is een centraal thema bij het repareren van gebouwen. Structuren die in de grond staan zijn, als ze niet beschermd zijn tegen vocht, onderhevig aan verval. Een vochtige wand is bovendien een koudebrug, die verdere schade tot gevolg kan hebben. Met het oog op de stijgende energieprijzen helpt een droge muur de energiekosten te verlagen. Verdere aspecten voor een renovatie zijn een beter wooncomfort en de waardevermeerdering van het pand. De meest efficiënte manier om aan deze eis te voldoen is het achteraf binnenafdichten van de kelder.
10 schomburg.nl
COMPONENTEN AQUAFIN-1K AQUAFIN-RB400 THERMOPAL-SP THERMOPAL-ULTRA THERMOPAL-FS33
1. Afdichting van wandvlakken Afdichting van de vrijgelegde, dragende wandvlakken met AQUAFIN-1K. Na uitharding moet een tweede arbeidsgang evt. ook een derde met AQUAFIN-1K worden uitgevoerd.
2. A fdichting van wandvlakken (scheurgevoelig) Bij scheurgevoelige ondergronden wordt de afdichting van de vrijgelegde, dragende wandvlakken eerst uitgevoerd met AQUAFIN-1K. Nadat de oppervlakken zijn uitgehard, wordt AQUAFIN-RB400 in twee arbeidsgangen met een kwast of spaan aangebracht.
4. Saneerpleister aanbrengen THERMOPAL-ULTRA in een arbeidsgang tot max. 3 cm aanbrengen. Na een voldoende lange standtijd kan het oppervlak worden opgeruwd of opgeschuurd worden.
5. F ijnspachtel aanbrengen De minerale fijnspachtel THERMOPAL-FS33 in het spachtelproces in de vereiste laagdikte tot max. 3 mm aanbrengen. Behandel het oppervlak na het drogen met een schuimrubber resp. vilt- of sponsbord.
3. Beraping Op de afgedekte ondergrond volgt de applicatie van een volledig dekkende beraping van THERMOPAL-SP ter verbetering van de hechting voor de volgende saneerpleister.
schomburg.nl 11
Bescherming tegen capillair opstijgend vocht Horizontaalafdichting achteraf met vloeibaar injectiemateriaal In geval van schade door capillair opstijgend vocht bestaat de mogelijkheid om achteraf een horizontaalafdichting in het metselwerk aan te brengen. Afhankelijk van de dikte van het metselwerk en de vochtdoorlatendheid is het drukinjectieproces beschikbaar. Hierbij worden gaten in het metselwerk geboord met een boorgatafstand van 10-12,5 cm van hart tot hart. De boorgaten zijn horizontaal geplaatst in de strekvoeg of onder een hellingshoek tot 45°. De diepte van het boorgat is ongeveer 5 cm minder dan de dikte van het metselwerk. In het drukproces wordt het injectiemateriaal in de ondergrond geïnjecteerd middels geschikte injectiepackers.
12 schomburg.nl
COMPONENTEN AQUAFIN-1K ASOCRET-BM AQUAFIN-F
1. Wandvlak egaliseren Om de spreiding van de horizontaalafdichting te optimaliseren, wordt AQUAFIN-1K met behulp van een kwast aangebracht tot ca. 10 cm boven de geplande rij boorgaten.
2. H oltes vullen Vul holtes en fouten in de ondergrond met de boorgatmortel ASOCRET-BM.
3. Horizontaalafdichting tot stand brengen Na het boren van de boorgaten (boorgatafstand tussen 10-12,5 cm) injecteert u AQUAFIN-F in de ondergrond met behulp van een injectiepacker in een lagedrukproces (<10 bar). De injectiedruk wordt gehandhaafd totdat het aangrenzende gebied van de packer matglanzend lijkt. Verwijder na ca. 24 uur de packer en sluit de gaten met ASOCRET-BM.
4. Alternatief: Drukloze injectie In een drukloos proces worden in de boorgaten overeenkomstige reservoirs gehangen en gevuld met het injectiemiddel. De verdeling in de ondergrond vindt uitsluitend plaats door middel van de zwaartekracht en het absorptiegedrag van de ondergrond. Het vulproces uitvoeren totdat er geen injectiemiddel meer wordt geabsorbeerd. Het afsluiten van de boorgaten vindt plaats middels een drukproces, met de boorgatmortel ASOCRET-BM.
schomburg.nl 13
Bescherming tegen capillair opstijgend vocht Horizontaalafdichting achteraf met pasta-achtig injectiemateriaal AQUAFIN-i380 is een effectieve oplossing voor het achteraf aanbrengen van horizontaalafdichtingen. De injectiecrème op basis van silaan wordt zonder druk of in een lagedrukproces aangebracht en heeft een hydrofobe werking tegen opstijgend vocht in het metselwerk. Het materiaal is getest en gecertificeerd volgens het WTA-datablad (“Metselwerkinjectie tegen capillair vocht”) bij een vochtdoorlaatbaarheid van 95%. Klassieke, waterige horizontaalafdichtingen worden gebruikt in een drukloos proces tot een vochtdoorlatendheid van < 60%. Bij een vochtdoorlatendheid van > 60% wordt de toepassing in een lagedrukproces aanbevolen. Een van de vele voordelen van AQUAFIN-i380: Ook bij een vochtdoorlatendheid van max. 95% kan deze injectiecrème in een drukloos proces worden gebruikt. Door het speciale productieproces is de werkzame stof zeer fijn en zeer effectief. Het reageert niet met het water, maar alleen met de ondergrond. AQUAFIN-i380 is hydrofiel en verspreidt zich daarom bijzonder snel in het bestaande water van het metselwerk. Na verloop van tijd leidt dit tot 100% verzadiging van de poriën. Na reactie met de ondergrond zijn de capillaire wanden
14 schomburg.nl
waterafstotend. Het capillair watertransport wordt voorkomen en de ondergrond droogt uit. De praktische 550 ml slangzakken worden verwerkt met behulp van een injectiepistool. Door het langzaam uitknijpen en tegelijkertijd de bijgeleverde injectieslang uit te trekken, wordt een volledige vulling van de boorgaten verkregen. Door zijn crèmige consistentie kan het ook worden gebruikt voor horizontale boorgaten en in het geval van inhomogeen metselwerk. Het risico van ongecontroleerde afvloeiing zoals bij waterige horizontaalafdichtingen vervalt.
COMPONENTEN AQUAFIN-i380 ASOCRET-BM
1. Boorgaten boren Het boren van de boorgaten met een afstand van ca. 12,5 cm met een zo trillingsvrij mogelijk elektropneumatische boormachine.
2. B oorgaten reinigen Vóór de injectie moet het boorgruis zorgvuldig worden verwijderd om een maximale opname van de werkzame stof in het metselwerk te waarborgen.
3. Horizontaalafdichting tot stand brengen Na het reinigen van de boorgaten wordt AQUAFIN-i380 met een injectiepistool in een drukloos proces aangebracht. Het materiaal moet worden ingeperst tot het boorgat volledig is gevuld. Nadat de horizontaalafdichting is uitgevoerd, worden de boorgaten afgedicht met de boorgat- en holle ruimte-vulmortel ASOCRET-BM.
schomburg.nl 15
6 5 3
Sanering met THERMOPAL® Zoutbelaste ondergronden Bij oude gebouwen komen zeer vaak vocht- en zoutbelaste ondergronden voor. Voor een vakkundige en duurzame sanering van deze oppervlakken moeten de opgetreden zoutbelastingen nauwkeurig worden geanalyseerd om de juiste productsystemen toe te kunnen passen. Het hiervoor ontwikkelde THERMOPAL-systeem is niet alleen geschikt voor de sanering van dergelijke oppervlakken, maar ondersteunt ook de sanering van voorheen door schimmels belaste vlakken. Een oud gebouw wordt een volledig gesaneerd bouwobject.
16 schomburg.nl
COMPONENTEN ESCO-FLUAT THERMOPAL-SP THERMOPAL-GP11 THERMOPAL-ULTRA THERMOPAL-FS33
1. Zoutbelaste vlakken De zouten in het metselwerk werken hygroscopisch en migreren naar het oppervlak, omdat daar door verdamping het vochtaandeel lager is en goede condities aanwezig zijn om te kristalliseren. Dit leidt tot een verstoring in het oppervlak van pleisterlagen.
2. Z out-neutralisering aanbrengen Verzadig het blootgelegde metselwerk met ESCO-FLUAT één of twee keer met een kwast (afhankelijk van de zoutbelasting en het absorptievermogen van de ondergrond). De voor het gebouw schadelijke zouten worden omgezet in zouten die moeilijk oplosbaar zijn en niet kunnen indringen in de nieuwe, verse pleisterlaag.
3. Halfdekkende spritzlaag De THERMOPAL-SP droogmortel als pleistergrondvoorbereiding conform de regels van de pleistertechniek aanbrengen, halfdekkend (ca. 50% oppervlaktebevochtiging) met een laagdikte tot max. 5 mm aanbrengen. Indien nodig, de ondergrond licht voornatten om een goede hechting te waarborgen.
4. Grondpleister aanbrengen Voor grotere oneffenheden wordt THERMOPAL-GP11 toegepast in laagdiktes van 10 - 30 mm (voor hogere laagdiktes meerdere lagen). De voorgaande laag met een wandrij aftrekken en onmiddellijk na het opstijven horizontaal opruwen en laten drogen.
5. S aneerpleister aanbrengen THERMOPAL-ULTRA in een arbeidsgang tot max. 3 cm aanbrengen. Na een voldoende lange standtijd kan het oppervlak worden opgeruwd of opgeschuurd worden. Als het afreien te vroeg wordt uitgevoerd, zal de bindmiddelconcentratie op het oppervlak toenemen, kunnen er spanningsscheuren ontstaan en kan de diffusieweerstand van de pleisterlaag worden verminderd.
6. Fijnspachtel aanbrengen De minerale fijnspachtel THERMOPAL-FS33 in het spachtelproces in de vereiste laagdikte tot max. 3 mm aanbrengen. Het oppervlak na het drogen met een schuimrubber resp. vilt- of sponsbord afreien.
schomburg.nl 17
4 3 1
De duurzame garagereparatie Het frequente gebruik van de garage stelt hoge eisen aan de gebruikte vloer- en wandmaterialen. Dit komt omdat elke keer dat een voertuig in- en uitrijdt, er vuil en met name grote hoeveelheden regenwater naar binnen wordt genomen. Het vocht kan in de vloer dringen, met name via de wand, en vochtschade veroorzaken. Om deze en soortgelijke schade te voorkomen heeft SCHOMBURG een optimale verwerkingstechniek met de juiste componenten ontwikkeld. Reeds ontstane schade kan worden gerepareerd en de garage kan optimaal worden gerepareerd.
18 schomburg.nl
COMPONENTEN ASOCRET-M30 RD-SK50 SOLOPLAN-30-PLUS ASODUR-GBM ASODUR-EMB ASODUR-B351
1. Barsten egaliseren Grotere barsten sluiten met ASOCRET-M30 met behulp van een spaan met een laagdikte van 3 tot 30 mm.
2. Randstroken In de wand-vloerovergang de randstroken RD-SK50 plaatsen. De hechting op de ondergrond gebeurt door middel van een zelfklevende folie. Na het fixeren drukt de RD-SK50 zich tegen de muur, zodat spanningen of geluidsbruggen worden voorkomen.
3. Oppervlak egaliseren Meng de zelfnivellerende vloeregalisatiemassa SOLOPLAN-30-PLUS met de aangegeven hoeveelheid water en breng deze in één keer aan op de voorbehandelde ondergrond tot max. 30 mm. Neem het geldende technische merkblad in acht bij het kiezen van de grondering!
4. Grondering holle kim Snijd in het overgangsgebied de zelfklevende randstrook RD-SK50 gelijk met het oppervlak. Het gedeelte van de holle kim voorbewerken met ASODUR-GBM.
5. H olle kim aanbrengen Holle kim nat-in-nat met ASODUR-EMB over een zijlengte van minstens 4-6 cm in de verse grondering van ASODUR-GBM aanbrengen.
6. Sealer aanbrengen Breng de sealer ASODUR-B351 kruislings aan, poriënvullend en gelijkmatig in twee arbeidsgangen met de rolmethode.
schomburg.nl 19
1 5 6
Afdichting van watervoerende scheuren Scheursanering (wanden) Bij de sanering en het repareren van gebouwen zijn professionele scheursaneringen onontbeerlijk. Scheuren ontstaan wanneer de spanningen in de ondergrond groter zijn dan de weerstand van de afzonderlijke componenten. Als er water door de scheuren dringt, kan dit de bruikbaarheid van het gebouw enorm in gevaar brengen. Om deze reden is de scheurinjectie onmisbaar om de weerstand van de ondergrond weer herstellen. Dit gebeurt niet alleen door het vullen van de individuele scheur, maar ook door het injecteren van speciale injectieharsen die in de ondergrond worden verdeeld en bijv. onder invloed van water een stroperig schuim vormen. Hierdoor worden scheuren niet alleen tijdelijk, maar duurzaam afgedicht.
20 schomburg.nl
COMPONENTEN AQUAFIN-P1 AQUAFIN-P4 ASODUR-EK98-Wand ASOCRET-BIS-1/6
1. Boorgat Bestaande scheuren worden aangeboord op een afstand van 20 cm, telkens onder een hoek van 45° ten opzichte van de scheur.
2. Onberispelijkheid De boorgaten met olievrije perslucht met behulp van een compressor ontdoen van het ontstane boorgruis.
3. Watervoerende scheuren afdichten In de boorgaten overeenkomstig injectiepackers plaatsen. Bij watervoerende scheuren eerst vullen met AQUAFIN-P1. Het materiaal reageert met het water tot een waterdicht, stroperig schuim en stopt het binnendringen van het water. Na uitharding wordt het overtollige schuim verwijderd en gelijk gemaakt met het oppervlak.
4. Scheuren opvullen Bij niet watervoerende scheuren wordt het scheurgebied opgevuld met ASODUR-EK98-wand. Het injecteren van AQUAFIN-P4 gebeurt na volledige uitharding van de opvulling.
5. S cheuren duurzaam afdichten Bij gebruik van AQUAFIN-P1 is een extra injectie met de elastische scheurafdichting AQUAFIN-P4 noodzakelijk.
6. Boorgaten sluiten Nadat de injectiehars is uitgehard, kan de opvulling indien nodig om optische redenen worden verwijderd. De boorgaten met ASOCRET-BIS-1/6 sluiten.
schomburg.nl 21
Bestendige en constructieve Scheursanering (vloeren) Scheuren in betonvloeren of dekvloeren zijn meestal onderhevig aan wisselende mechanische belastingen. Voor het constructief opvullen van scheuren zijn met name materialen van epoxyhars geschikt. ASODUR-K900 is waarschijnlijk de meest praktische manier om scheuren en voegen in dekvloeren en beton eenvoudig, schoon en snel af te dichten. Wij leveren het laagvisceuze op epoxyhars gebaseerde product in een praktische kneedzak inclusief handschoenen, dekvloerklemmen en PE-slang. U heeft de mogelijkheid om een hoogbelastbaar giethars in een gesloten systeem te mengen door eenvoudig te kneden.
22 schomburg.nl
COMPONENTEN ASODUR-K900 Kwartszand
1. Openen van de scheuren Open de scheur of de voeg in de lengte met een slijpschijf (ca. de helft tot tweederde van de dekvloerdiepte). Haaks op de scheur elke ca. 30 cm dwarssleuven insnijden van ca. 10 cm.
2. Reinigen Verwijder stof en vuil en reinig het ingesneden bereik zorgvuldig met een industriële stofzuiger of een soortgelijk apparaat.
3. Mengen Open voorzichtig de 3e kamer van de kneedzak ASODUR-K900 en neem de handschoenen en de dekvloerklemmen hieruit. Verwijder nu het zwarte vulsnoer aan de bovenzijde van de kneedzak en kneed de zak gelijkmatig gedurende minstens 3 minuten. De zak wordt ondertussen warm.
4. Scheuren vullen Giet het gemengde materiaal ASODUR-K900 in de voorbereide sleuven en vul deze tot ongeveer de helft. Zo nodig de meegeleverde PE-slang gebruiken als verlenging.
5. D ekvloerklemmen plaatsen Nu de meegeleverde dekvloerklemmen in de sleuf leggen.
6. Scheuren dichten Dicht de scheuroppervlakken af met een spachtelbare mortel van ASODUR-K900 en kwartszand.
7. Kwartszand Strooi kwartszand (korrelgrootte 0,2 tot 0,7 mm) gelijkmatig in de nog verse pleistermortel.
8. Vegen Na het uitharden het losse zand verwijderen door te vegen.
schomburg.nl 23
Afdichting van constructievoegen met injectieslangen Weiße Wanne Bij een “Weiße Wanne” gaat het om een betonnen bouwafdichting met een verhoogde waterindringingsweerstand. Deze componenten staan in principe gedeeltelijk of volledig in aanraking met de grond. Het beton neemt zo een dragende en afdichtende functie aan zonder extra afdichtingsmaatregelen. Tijdens de bouw van het object worden constructievoegen gemaakt door betonnen delen, die met speciale maatregelen tegen grondwater en vocht moeten worden afgedicht. De voorafgaande installatie van een injectieslang van PVC heeft bewezen hierbij een efficiënt systeem te zijn. Door het injecteren van een injectiehars, die over het hele gebied van de voeg en eventuele barsten door het betonelement wordt verspreid, is het dus mogelijk om het beton achteraf snel en eenvoudig af te dichten zonder ingewikkelde werkstappen.
24 schomburg.nl
COMPONENTEN AQUAFIN-CJ1 AQUAFIN-CJ Set AQUAFIN-P1 AQUAFIN-P4
1. Standaard packer Spijker een standaard packer aan de binnenzijde van de bekisting aan het begin- en eindpunt (max. 10 m).
2. Injectieslang bevestigen Bevestig de AQUAFIN-CJ1 injectieslang voorzichtig aan de packer met behulp van de slangklem.
3. Injectieslang plaatsen Leg de injectieslang met een betondekking van minstens 8 cm naar de watervoerende zijde toe en bevestig deze met plastic clips (6 stuks/m) aan het beton om te voorkomen dat deze wegglijdt of wegdrijft.
4. Ontluchtingsslang verlijmen Breng de bijgevoegde PVC-lijm royaal aan op het uitstekende aansluitstuk van de ontluchtingsslang.
5. I njectieslang aansluiten Bevestig de injectieslang AQUAFIN-CJ1 direct aan het op deze wijze voorbereide aansluitstuk - wacht vervolgens tot de droogtijd is verstreken.
6. Ontluchtingsslang volledig aansluiten Trek een krimpkous van ca. 6-8 cm over de aansluiting van de ontluchtingsslang en de injectieslang en verwarm de aansluiting met hete lucht totdat de krimpkous strak om de aansluiting heen is getrokken.
7. Aansluiting van verschillende slangdelen Steek de uiteinden van de ventilatieslangen in een opbergdoos en voorzie ze vóór de injectie (bijv. met AQUAFIN-P1 en AQUAFIN-P4) van injectienippels.
schomburg.nl 25
Afdichting van constructievoegen met bentoniet zwelband Weiße Wanne De voorafgaande installatie van zwelbanden heeft zich in de praktijk bewezen als een alternatief systeem voor injectieslangen. Bentoniet zwelbanden bestaan uit een mengsel van natriumbentoniet en speciale vulstoffen. Ze reageren op contact met water met een sterk en betrouwbaar zwelgedrag (> 500%). Het toepassingsgebied strekt zich uit tot het afdichten van constructievoegen die permanent of tijdelijk worden blootgesteld aan grondwater, hangwater en/of oppervlaktewater. Toepassing is ook mogelijk in waterverversingszones. Bentoniet zwelbanden hebben het voordeel dat zelfs fijne scheurtjes als gevolg van het zwelproces betrouwbaar en duurzaam worden afgedicht.
26 schomburg.nl
COMPONENTEN Montagelijm AQUAFIN-CJ4
in.)
m (m
100 m
250
mm
x.)
(ma
1. Verlijming met montagelijm Spuit de montagelijm met een handcartridge op de gereinigde ondergrond en druk het AQUAFIN-CJ4 zwelband over het gehele oppervlak aan tot de montagelijm naar de zijkanten uitzwelt.
2. M echanische fixaties Als alternatief kan het AQUAFIN-CJ4 zwelband met een betondekking van minstens 8 cm aan de watervoerende zijde incl. bevestigingsraster met 4-6 bevestigingspunten worden vastgeschroefd, genageld of ingeschoten. AQUAFIN-CJ4 moet over het gehele oppervlak tegen de betonnen ondergrond liggen.
4. Stootvoegen overlappend Als alternatief kunnen zwelbandverbindingen met een overlapping van minstens 50 mm worden uitgevoerd. Hierbij moeten beide zwelbanden dicht tegen elkaar liggen om fouten te vermijden.
5. Hoekverbindingen Hoekverbindingen moeten in principe worden uitgevoerd met een extra beveiliging.
3. Stootverbindingen stomp Zwelbandverbindingen met AQUAFIN-CJ4 kunnen als stompe stootvoegen worden uitgevoerd. Bij grotere wandvlakken moeten de stootverbindingen worden geborgd door een afzonderlijke zwelband met een overlapping van minstens 50 mm.
schomburg.nl 27
Afdichting van constructievoegen met elastomeer zwelbanden Weiße Wanne Een andere succesvolle variant voor het afdichten van betonnen constructievoegen is het gebruik van zogenaamde zwelrubbers. Elastomeer zwelbanden bestaan uit speciale kunststoffen en speciale vulstoffen en reageren ook met een sterk en betrouwbaar zwelgedrag bij contact met water. In vergelijking met bentoniet zwelbanden hebben elastomeer zwelbanden het voordeel dat ze “vormstabiel” zwellen (> 700%) als er water binnenkomt en dus niet kunnen worden uitgespoeld. Het toepassingsgebied strekt zich uit tot het afdichten van constructievoegen in stortbetonwanden en elementwanden, die permanent of tijdelijk worden blootgesteld aan grondwater, hangwater en/of oppervlaktewater. Toepassing is ook mogelijk in waterverversingszones.
28 schomburg.nl
COMPONENTEN Montagelijm AQUAFIN-CJ6
100
.)
(min
1. Verlijming met montagelijm Spuit de montagelijm met een handcartridge op de gereinigde ondergrond en druk het AQUAFIN-CJ6 zwelband over het gehele oppervlak aan tot de montagelijm naar de zijkanten uitzwelt.
2. M echanische fixaties Als alternatief kan AQUAFIN-CJ6 met een betondekking van minstens 8 cm aan de watervoerende zijde met 4-6 bevestigingspunten worden vastgeschroefd, genageld of ingeschoten. Het zwelband moet over het gehele oppervlak tegen de betonnen ondergrond liggen.
3. Stootvoegen stomp Zwelbandverbindingen met kunnen als stompe stootvoeg worden uitgevoerd. Bij grotere wandvlakken moeten de stootverbindingen worden geborgd door een afzonderlijke zwelband met een overlapping van minstens 50 mm.
schomburg.nl 29
5 3 2
Bestendige en constructieve waterzuiveringsinstallatie Het afdichten en repareren van gemeentelijke waterzuiveringsinstallaties stellen zeer specifieke eisen aan de gebruikte materialen en coatings binnen het object. Het afvalwater en regenwater dat vanuit de riolering de installatie binnenkomt, gaat door verschillende zuiveringsstappen. Door de verschillende waterkwaliteiten worden de betonoppervlakken blootgesteld aan verschillende chemische belastingen. Achterwaartse vochtindringing en luchtbelvorming door osmotische druk zijn slechts een deel van de schade die optreedt. Daarom moeten de betonelementen die in contact komen met water tijdens onderhoudswerkzaamheden permanent worden beschermd met speciale primers en waterafstotende oppervlakteafdichtingen.
30 schomburg.nl
COMPONENTEN ASOCRET-KS/HB ASOCRET-BIS-5/40 ASOCRET-BIS-1/6 AQUAFIN-2K/M-PLUS ASO-Dichtband-2000-S ASODUR-SG2-thix ASODUR-GBM Kwartszand
1. Barsten egaliseren Herstel kleine scheuren en barsten met een troffel of vlakspaan. Het aanbrengen ASOCRET-BIS-5/40 “nat-in-nat” op hechtmortel ASOCRET-KS/HB.
2. O ppervlak egaliseren Breng ASOCRET-BIS-1/6 aan op de voorbereide ondergrond in de gewenste laagdikte tot 6 mm in één keer. Het oppervlak mag niet worden nabewerkt met een natte kwast of natte vlakspaan. Voor naadloze overgangen van het reparatieoppervlak is nawrijven met een spons mogelijk.
4. Overgang naar flensconstructie Breng op het gebied van de flensconstructie de speciale primer ASODUR-SG2-thix poriënvrij aan over de flensconstructie met een kortharige vachtroller. Na voldoende uitharding kunnen de overige afdichtingsmaatregelen worden uitgevoerd. Als alternatief kan een universele grondering ASODUR-GBM worden gebruikt. In de nog verse grondering moet grof kwartszand over het gehele oppervlak worden gestrooid.
5. O ppervlakken afdichten AQUAFIN-2K/M-PLUS met een spuit, kwast of spaan in minstens twee arbeidsgangen aanbrengen.
3. Wand-vloeraansluiting afdichten Op de overgang tussen wand en vloer en over aansluitvoegen brengt u AQUAFIN-2K/M-PLUS aan met een kwast of spaan en lijmt u het afdichtingsband ASO-Dichtband-2000-S zonder vouwen en kreukvrij. Tijdens het afdichten van het oppervlak vindt een volledige nabewerking plaats.
schomburg.nl 31
2 1
Duurzaam en bestendig Vochtscherm voor vochtige ondergronden Achterwaarts inwerkend vocht en een hoge restvochtigheid in jonge betonnen ondergronden zijn vaak zeer schadelijk of verlengen de bouwtijd. De speciale primers ASODUR-SGS2 en ASODUR-SGS3 worden al jaren met succes gebruikt als preventieve maatregel tegen de schadelijke effecten van optrekkend vocht en zijn bovendien zeer chemisch bestendig en veelzijdig toepasbaar. Naast de toepassing op industriële en commerciële vloeroppervlakken en in agrarische gebouwen is ook het gebruik in de particuliere huis- en appartementenbouw altijd geschikt wanneer er een risico bestaat op optrekkend vocht en waardevolle vloeren zoals natuursteen of parket langdurig moeten worden beschermd.
32 schomburg.nl
COMPONENTEN ASODUR-SG2 ASODUR-SG3
1. Ondergrondvoorbereiding Ondergronden moeten draagkrachtig zijn, voldoende stevig (beton/kwaliteit: min. C 20/25 en cementdekvloer/kwaliteit: min. CT-C35-F5), en vrij van scheidende en hechtingsverminderende stoffen, zoals verfresten. Afhankelijk van de geschiktheid van de te bewerken ondergrond moeten daartoe geschikte mechanische processen, zoals bijv. frezen worden gebruikt.
2. Reinigingsvoorbereidingen De stofdeeltjes die bij de voorbereiding van de ondergrond ontstaan, moeten grondig worden verwijderd met een bezem. Het besproeien van het oppervlak van de ondergrond met leidingwater verbetert het latere capillaire indringingsgedrag van het materiaal.
4. Toepassingsstap Om een gelijkmatige laag materiaal op het oppervlak van de ondergrond te waarborgen, moet het vers aangebrachte materiaal gelijkmatig worden nagerold met een geschikte vachtroller.
5. Toepassingsstap Onmiddellijk na het aanbrengen van het materiaal moet de vers aangebrachte primerlaag gelijkmatig worden ingestrooid met geschikt kwartszand.
3. Toepassingsstap Het goed gemengde 2-componentenmateriaal wordt in porties met een rubberen vloerentrekker op de voorbevochtigde ondergrond (matvochtige uitstraling) aangebracht en intensief met een schrobbezem worden ingewreven.
schomburg.nl 33
2 5 4 1
Voor elke waterinwerking de juiste bescherming Reservoir voor proceswater Of het nu voor commerciële, industriële of agrarische doeleinden is - Proceswater moet over bepaalde kwaliteitskenmerken beschikken, afhankelijk van het vereiste gebruik. Zo moet het irrigatiewater vrij zijn van stoffen die schadelijk zijn voor de bodem en de planten, mag het koelwater de koelunits niet beschadigen met kalk en algen. Ondanks de verschillende ingrediënten en kwaliteitsklassen hebben alle nutsvoorzieningen één ding gemeen - hoewel ze niet van drinkwaterkwaliteit zijn, stellen ze toch hoge eisen aan de ondergrond van het betreffende reservoir. Optimale objectspecifieke instandhoudingsmaatregelen kunnen het reservoir voor proceswater duurzaam en veilig beschermen tegen mogelijke belastingen.
34 schomburg.nl
COMPONENTEN ASOCRET-KS/HB ASOCRET-BIS-5/40 ASOCRET-BIS-1/6 AQUAFIN-RB400 ASO-Dichtband-2000-S
1. Scheursanering Het deskundig beoordelen en dichten van scheuren (zie hiertoe de hoofdstukken over scheursanering).
2. B arsten egaliseren Barsten en fouten met ASOCRET-BIS-5/40 sluiten met behulp van een spaan. De verwerking geschiedt “nat-in-nat” op hechtmortel ASOCRET-KS/HB.
4. + 5. W and-vloeraansluiting afdichten Op de overgang tussen wand en vloer alsook over aansluitvoegen brengt u AQUAFIN-RB400 aan met een kwast of spaan en lijmt u het afdichtingsband ASO-Dichtband-2000-S zonder vouwen en kreukvrij. Tijdens het afdichten van het oppervlak vindt een volledige nabewerking plaats.
6. O ppervlakken afdichten AQUAFIN-RB400 met een spuit, kwast of spaan in minstens twee arbeidsgangen aanbrengen.
3. Oppervlak egaliseren Breng ASOCRET-BIS-1/6 aan op de voorbereide ondergrond in de gewenste laagdikte (tot 6 mm in één keer) en met een vilt- of sponsbord nabehandelen.
schomburg.nl 35
5 7 6 3
Veilige balkonreparatie in het balkonsaneringssysteem Balkons en terrassen behoren zeker tot de meest problematische bouwonderdelen die vandaag de dag gesaneerd moeten worden. Ten slotte stellen de extreme thermische belastingen hoge eisen aan de afdichting en de coating. Extreme temperatuurschommelingen van -25 °C tot +75 °C, vaak in korte intervallen, leiden tot enorme belastingen van het oppervlak. Een alternatief voor betegeling is een coating in het SCHOMBURG-systeem met de op epoxyhars gebaseerde primer ASODUR-SG3 en de lichtechte, elastische coating ASODUR-EB/L. Het materiaal is UV-stabiel met een hoge hardheid en profielvastheid. Dit systeem met zijn stroperige eigenschap is in staat om de optredende thermische spanningen op te vangen en biedt ook vanuit architectonisch oogpunt een zinnig alternatief voor betegeling. Er zijn geen grenzen aan de optische vormgevingsmogelijkheden met kleurschakeringen of slipbestendigheid door het instrooien van kwartszand. Met dit systeem krijgt u een permanent veilig oppervlak met een zeer hoge mate aan weerstand.
36 schomburg.nl
COMPONENTEN ASOCRET-M30 RD-SK50 ASODUR-GBM ASODUR-EMB ASODUR-SG3 ASODUR-EB/L
1. Barsten egaliseren Grotere barsten sluiten met ASOCRET-M30 met behulp van een spaan met een laagdikte van 3-30 mm.
3.Verloopvulling (indien nodig) Meng ASOCRET-M30 met de aangegeven hoeveelheid water en breng deze in één keer aan op de voorbehandelde ondergrond tot max. 30 mm. Neem het geldende technische merkblad in acht bij het kiezen van de grondering!
5.Holle kim aanbrengen Holle kim nat-in-nat met ASODUR EMB over een zijlengte van minstens 4-6 cm in de verse grondering van ASODUR-GBM aanbrengen.
6. Grondering aanbrengen Breng de grondering ASODUR-SG3 kruislings aan, poriënvullend en gelijkmatig met de rolmethode.
7. Verloopcoating ASODUR-EB/L wordt in één arbeidsgang met een laagdikte van ca. 2 mm met een rakel aangebracht.
schomburg.nl 37
3 8
Oplossingen voor grondelementen Tweeschalig metselwerk, niet onderkelderd Het afdichten van grondelementen in de tweeschalige wandconstructie is een bijzondere uitdaging voor planners en de uitvoerders. De situatie wordt bemoeilijkt doordat de afdichting vakoverlappend wordt uitgevoerd. Met het AQUAFIN afdichtingssysteem, bestaande uit verschillende zeer elastische dichtbanden in combinatie met de flexibele minerale afdichting AQUAFIN-RB400, wordt het detail betrouwbaar waterdicht gemaakt in het kader van materiaalwisselingen.
38 schomburg.nl
COMPONENTEN AQUAFIN-RB400 ASO-Dichtband-2000-S ASO-Dichtband-2000S-hoeken ASO-Dichtband-2000sanitair
1. Afdichting wand-vloeraansluiting Als eerste arbeidsgang wordt de afdichting met AQUAFIN-RB400 tot over de rand van de beton aangebracht.
2. Inbouw ASO-Dichtband-2000-S In de nog verse eerste arbeidsgang met AQUAFIN-RB400 wordt ASO-Dichtband-2000-S onder een hoek zonder plooien ingebouwd. Stootnaden worden met ten minste 5-10 cm overlapping uitgevoerd.
3. Inbouw muurrandrandstroken Aansluitend volgt het inbouwen resp. de bevestiging van de muurrand-randstroken in het bereik van het raamkozijn met AQUAFIN-RB400.
4. Montage grondelement Het inbouwen en de bevestiging van het grondelement wordt uitgevoerd volgens de specificaties van de fabrikant.
5. Detailafdichting horizontaal Bevestig de ASO-Dichtband-sanitair na het verwijderen van de scheidingsstrip door deze tegen het inbouwelement en de randstrook te drukken. Het verlijmen van het dichtband op de ondergrond geschiedt met AQUAFIN-RB400.
6. Detailafdichting verticaal De bevestiging van het ASO-Dichtband-sanitair op het inbouwelement en de randstrip geschiedt zoals beschreven in stap 5. Het verlijmen van het dichtband op de ondergrond geschiedt ook met AQUAFIN-RB400.
7. Beveiliging tegen teruglopen Om teruglopen te voorkomen, wordt het bereik van het eerder aangebrachte afdichtingsband en het hoekbereik van de randstrook beschermd door het aanbrengen van een ASO-Dichtband-2000-S-hoek. Het verlijmen geschiedt met AQUAFIN-RB400.
8. Opname in de sokkelafdichting Na het uitvoeren van de detailafdichtingen worden de dichtbanden alsook het gebied van de sokkelafdichting in twee lagen gecoat met AQUAFIN-RB400.
9. Volledig uitgevoerde wandconstructie Na volledige droging van de sokkelafdichting wordt de isolatie- en afdekkingsconstructie uitgevoerd.
schomburg.nl 39
Snelle en eenvoudige Gevelimpregnering De gevelimpregnering is een van de meest voorkomende maatregelen als het gaat om de sanering en het renoveren van gebouwen. Het buitenste gedeelte van een gebouw wordt zonder bescherming blootgesteld aan weersinvloeden, zoals bijv. regen, zon, wind, vorst, etc. Een schone en professioneel uitgevoerde gevelimpregnering beschermt de ondergrond tegen binnendringend vocht door middel van hydrofobe, d.w.z. sterk waterafstotende, middelen. Tegelijkertijd moet ingesloten waterdamp kunnen ontsnappen om vochtschade permanent te voorkomen. Met ASOLIN-SFC45 kunnen gevels van baksteen, klinkers, natuursteen, kalkzandsteen en minerale pleisters duurzaam worden beschermd tegen schadelijke weersinvloeden en zo met succes worden behandeld als onderdeel van het onderhoud en behoud van bestaande gebouwen.
40 schomburg.nl
COMPONENTEN ASOLIN-SFC45
1. Reiniging Reinig de te hydrofoberende oppervlakken grondig met een hogedrukreiniger met roterend mondstuk. Verwijder volledig alle vuil, mos of algenaanslag.
2. I mpregnering aanbrengen Breng de oplosmiddelvrije ASOLIN-SFC45 gevelcrème aan met een vachtroller voor een volledige verzadiging. Door de pasta-achtige consistentie is een zeer zuinige, schone en toepassingsveilige verwerking mogelijk. Tijdens het aanbrengen blijft er een materiaalbuffer op de ondergrond liggen, waardoor de werkzame stof zeer diep in de ondergrond kan doordringen.
schomburg.nl 41
Algemene informatie voor de planning en uitvoering Voor elke belasting de juiste afdichting
COMBIFLEX-EL
COMBIFLEXC2/P
COMBIDIC-2KCLASSIC/ PREMIUM
COMBIDIC-1K
Bitumineuze afdichting
Bouwafdichtingen Bouwafdichting conform DIN 18533, deel 3, W1.1-E, W1.2-E
+
Bouwafdichting conform DIN 18533, deel 3, W2.1-E
Bouwafdichting conform DIN 18533, deel 3, W4-E
Achteraf aangebrachte bouwafdichting conform WTA-referentieblad 4-6-05D
Strookvormige bouwafdichting tot 0,25 mm openingsbreedte
—
Fixatie van beschermings- en drainageplaten
Hechting van perimeter-isolatiestoffen over het volledige oppervlak
++ geschikt voor achteraf niet scheurgevoelige ondergronden + geschikt
42 schomburg.nl
o alleen geschikt als bescherming tegen teruglopen in combinatie met flexibele minerale afdichtingsmortels
— ongeschikt
AQUAFINRB400
AQUAFIN2K/M-PLUS
AQUAFIN-1K
Minerale afdichting
o
Bouwafdichting conform DIN 18533, deel 3, W2-E drukkend water
Achteraf aangebrachte bouwafdichting conform WTA-referentieblad 4-6-14/D
++
Binnenafdichting kelders conform WTA-referentieblad 4-6-14/D
Strookvormige bouwafdichting tot 0,25 mm openingsbreedte*
Afdichting in en onder wandcontactoppervlakken
Overgang wand-vloeraansluiting
Overgang sokkelafdichting
Reservoirafdichting conform DIN 18535 – van binnenuit drukkend water Reservoir voor drinkwater
Reservoir voor proceswater
Waterzuiveringsinstallaties
Overloopbassin
Fonteinen
Balkons/terrassen
Douchebereik in particuliere gebouwen
Douchebereik in openbare gebouwen
Zwembaden
Zwembadomloop
Tegellijmafdichtingen
* Op basis van lijst met bouwvoorschriften A, deel 2 lpd nr. 1.4, is een speciale overeenkomst tussen opdrachtgever/opdrachtnemer noodzakelijk
Opmerking: De technische referentiebladen van de vermelde producten moeten in acht worden genomen.
schomburg.nl 43
Voeg- en detailafdichting met dichtbanden In elke bouwconstructie zitten hoeken, kanten en openingen voor buizen, waterdoorvoeringen, schroeven en deuvels welke moeten worden afgedicht. Van wezenlijk belang bij de bescherming van bouwwerken tegen vocht is ook het integreren van details zoals bodemputjes, wand- en vloeraansluitvoegen en overige voegen met behulp van dichtbanden. Bovendien moeten dichtbanden mogelijke bewegingen en spanningen uit de ondergrond kunnen bufferen resp. afvoeren zodat er geen schades uit voortvloeien.
44 schomburg.nl
Bijzondere detailafdichtingen met dichtbanden moeten bouwdelen en constructies, in combinatie met een afdichtingslaag ook beschermen tegen de invloed van chemicaliën en hygiëne aantastende stoffen. Vaak zijn de redenen voor de schade te vinden in het gebruik van ongeschikte dichtbanden of vormdelen. SCHOMBURG biedt een breed assortiment verschillende dichtbanden en vormdelen aan voor dit probleemgebied.
Voordelen van dichtbandconstructies in het SCHOMBURG-assortiment Waterdichtheid De belangrijkste vereiste aan een afdichting is de waterdichtheid in combinatie met een hoge elasticiteit en scheuroverbrugging. Alle SCHOMBURG-dichtbanden en vormdelen voldoen hier in ruime mate aan. Dampdiffusiegeschiktheid SCHOMBURG-dichtbandmaterialen zijn waterdampdiffuus. Wanneer het gebruikte afdichtingsproduct op en onder de dichtbanden bij stootverbindingen goed overlappend wordt aangebracht kan de SCHOMBURG-dichtbanden op een veilige manier drogen. Hoge alkalibestendigheid In het geval dat er alkalisch water in de afdichtingslaag dringt, zorgen de SCHOMBURG-dichtbandmaterialen ervoor dat het dichtband niet loslaat of oplost. Bestendigheid tegen chemische aantasting Zeker in het geval van afdichtingen in toepassingsgebieden waarbij een hoge chemische belasting voorhanden is, moeten de toegepaste dichtbanden ook tegen eventuele inwerkingen van agressieve anorganische en organische substanties bestand zijn. Raadpleeg onze documentatie voor overtuigend bewijs van de SCHOMBURG-dichtbanden.
Verbinding van het afdichtmateriaal met het dichtband De voor de SCHOMBURG-dichtbanden te gebruiken afdichtmaterialen garanderen een zeer goede oppervlakhechting van het gebruikte afdichtmateriaal met het dichtband. De hechting aan de ondergrond is eveneens gegarandeerd. Veiligheid door voorgefabriceerde vormdelen SCHOMBURG biedt een breed assortiment aan uitgekiende vormdelen. Dit verhoogt de levensduur van de totale prestatie en bespaart kosten. Het op maat snijden met eventueel daaraan gerelateerde kans op reclamaties vervalt hiermee. Objectgerelateerde maatwerkproducten In het geval aansluit- en voegafdichtingen niet veilig kunnen gerealiseerd met de standaard dichtbanden, dan verdient ASO-Dichtband-2000-S-Breedwaar een aanbeveling. Met dit materiaal kunnen eenvoudig objectgerelateerde maatwerkproducten op de bouwplaats worden geproduceerd.
schomburg.nl 45
Criteria van DIN 18533 Toewijzing van de afdichtingsmethodes
Toepassingsbereik
Ruimtebenuttings- Waterinwerkingsklasse klassen
Scheurklasse
Afdichtingsmethode
Wanden en sokkels die met RN1- E tot RN3 - E de grond in aanraking komen RN1- E tot RN2 - E
W1- E, W2 .1- E, W4 - E
R1- E tot R3 - E
PMBC
W1- E en W4 - E
R1- E
Scheuroverbruggende MDS
Vloerplaten die met de grond RN1 -E tot RN2 - E in aanraking komen RN1- E tot RN3 - E
W1- E
W1- E, W2 .1- E
Met grond bedekte plafondplaten
W3 - E
RN1- E tot RN3 - E
Bron: DIN 18533-1
Waterinwerkingsklassen Klasse
Soort inwerking
W1 - E
Bodemvochtigheid en niet-drukkend water
W1.1 - E
Bodemvochtigheid en niet-drukkend water bij vloerplaten en wanden die met de grond in aanraking komen
W1.2 - E
Bodemvochtigheid en niet-drukkend water bij vloerplaten en wanden met drainage die met de grond in aanraking komen
W2 - E
Drukkend water
W2.1 - E
Matige inwerking van drukkend water ≤ 3 m dompeldiepte
W2.2 - E
Hoge inwerking van drukkend water > 3 m dompeldiepte
Niet-drukkend water op met grond bedekte plafondoppervlakken
W4 - E
Spatwater en bodemvochtigheid op de wandsokkel alsook capillair water in en onder wanden
46 schomburg.nl
Scheurklassen en scheuroverbruggingsklassen
Scheurvorming/scheurbreedte- Scheuroverbruggingsklasse conform wijziging in de ondergrond afdichtingsmethodes
R1 - E
≤ 0,2 mm
RÜ1-E, geringe scheuroverbrugging ≤ 0,2 mm
R2 - E
≤ 0,5 mm
RÜ2-E, matige scheuroverbrugging ≤ 0,5 mm
R3 - E
≤ 1,0 mm – scheurverplaatsing ≤ 0,5 mm
RÜ3-E, hoge scheuroverbrugging ≤ 1,0 mm – scheurverplaatsing ≤ 0,5 mm
Ontwikkeling van de DIN-normen Oude norm 18195-1 18195-2 18195-3 18195-4 18195-5 18195-6 18195-7 18195-8 18195-9 18195-10
Nieuwe norm 18195 – Afdichting van gebouwen - Definities 18531 – Afdichting van daken 18532 – Afdichting van betonnen wegdekken 18533 – Afdichting van gebouwen die met de grond in aanraking komen 18534 – Afdichting van binnenruimtes 18535 – Afdichting van reservoirs en bassins
Ruimtebenuttingsklassen Ruimtebenuttingsklassen
Vereisten aan droogheid en omgevingslucht
Voorbeelden
RN1-E
Geringe vereiste
Open fabrieks- en magazijnhallen, parkeergarages
RN2-E
Standaard vereiste
Gemeenschappelijke ruimten, kelders in gebruikelijke woon- en kantoorgebouwen
RN3-E
Hoge vereiste
Magazijn voor opslag van onvervangbare goederen, ruimte voor centrale opslag
schomburg.nl 47
Selectie van in acht te nemen voorschriften
Duitse en Europese normering Kelder-buitenafdichting Pagina 8
Kelder-binnenafdichting Pagina 10
DIN 18531
Afdichting van daken
DIN 18550
Pleister en pleistersystemen - Uitvoering
DIN 18532
Afdichting van betonnen wegdekken
DIN EN 998
Bepaling voor mortel- en metselwerkzaamheden
DIN 18560
Dekvloeren in de bouw
DIN 18533
Afdichting van gebouwen die met de grond in aanraking komen
DIN EN 13813
Dekvloermortels, dekvloermassa‘s en dekvloeren, eigenschappen en vereisten
DIN 18533 deel 1
Vereisten, plannings- en uitvoeringsrichtlijnen
DIN 18533 deel 2
Afdichting met baanvormige afdichtingsstoffen
DIN 18533 deel 3
Afdichting met vloeibaar te verwerken afdichtingsstoffen
DIN 18534
Afdichting van binnenruimtes
DIN 18535
Afdichting van reservoirs en bassins
ATV- DIN 18336
Afdichtingswerkzaamheden
DIN 1053
Metselwerk
DIN 18020
Toleranties in de bouw
DIN 4095
Bouwgrond: Drainage ter bescherming van bouwkundige installaties
DIN 4030
Beoordeling van water, bodem en gassen die beton aantasten
DIN 1045
Draagconstructie van beton, gewapend beton en spanbeton
DIN EN 1504
Bescherming en reparatie van betonconstructies
DIN 4108
Warmtebeveiliging bij gebouwen
48 schomburg.nl
Zoutbelaste ondergronden Pagina 16 DIN 18550
Garagereparatie Pagina 18 DIN EN 1504
Scheursanering (wanden en vloeren) vanaf pagina 20 DIN 18534
DIN EN 206
Beton
Weiße Wanne injectieslangen Pagina 24 DIN 4095
Weiße Wanne zwelbanden Pagina 26 DIN 4095
Weiße Wanne constructievoegen Pagina 28 DIN 4095
Zuiveringsinstallatie en proceswaterreservoir Pagina 30 + 34 DIN 18533
Balkonsanering Pagina 36 ATV- DIN 18336
schomburg.nl 49
Selectie van in acht te nemen voorschriften Referentieblad erkende vakverenigingen
Uitgever
Soort / Onderdeel
Aanduiding / toepassing
Deutsches Institut für Bautechnik (Duits Instituut voor bouwtechniek), DIBt, Berlijn
Lijst met bouwvoorschriften
Deel A - C
Deutsche Vergabe- und Vertragsausschuss für Bauleistungen (Duitse Aanbestedings- en contractcommissie voor bouwdiensten, DVA)
VOB deel B
Algemene contractvoorwaarden voor de uitvoering van bouwwerkzaamheden - DIN 1961
VOB Deel C
Relevante algemene technische contractvoorwaarden
Richtlijn
“Richtlijn voor de planning en uitvoering van afdichtingen met flexibele afdichtingsmortels van bouwdelen die met de grond in aanraking komen”
“Richtlijn voor de planning en uitvoering van afdichtingen met minerale afdichtingsmortels van bouwdelen die met de grond in aanraking komen”
“Richtlijn voor de planning en uitvoering van afdichtingen van bouwdelen op aarde met kunststofgemodificeerde bitumenlaagafdichtingen”
WTA-referentieblad 4-6
Het achteraf afdichten van bouwdelen die met de grond in aanraking komen
WTA-referentieblad 4-5
Beoordeling van het metselwerk - Diagnose van het metselwerk
WTA-referentieblad 2-9
Saneerpleistersystemen
WTA-referentieblad 4-4
Metselwerkinjectie tegen capillair vocht
DVGW-werkblad W270
Vermeerdering van micro-organismen op materialen voor drinkwatertoepassingen - Controle en evaluatie
DVGW-werkblad W347
Hygiënische eisen voor cementgebonden materialen in de drinkwatersector
Fachverband der Stuckateure f. Ausbau und Fassade Baden-Württemberg (Vakvereniging van stucwerkers voor afwerking en gevel in Baden-Württemberg)
Gevel-sokkelpleister / buiteninstallatie
Deutscher Ausschuss für Stahlbeton e.V. (DAfStb, Duits Comité voor gewapend beton)
Waterdichte betonconstructies (WU-richtlijn)
Verklaringen bij de richtlijn
Cementgegevensblad Gebouwen – H10
Waterdichte betoncomponenten
Cementgegevensblad Betontechniek – B 22
Voegen: Constructievoegen
Bundesanstalt für Straßenwesen (Duits Instituut voor wegenbouw)
ZTV-Ing
Aanvullende technische contractvoorwaarden en richtlijn voor civieltechnische werken
Studiengesellschaft für unterirdische Verkehrsanlagen e.V. -STUVA- (Studievereniging voor ondergrondse transportsystemen)
ABI-referentieblad
Afdichting van bouwwerken door injectie
Deutscher Holz- und Bautenschutzverband (Duitse vereniging voor hout- en bouwbescherming)
Referentieblad 01/10/S
Professionele schimmelverwijdering binnenshuis
Deutsche Bauchemie e.V. (Duitse vereniging voor bouwchemicaliën)
Wetenschappelijke en technische werkgroep voor het behoud van gebouwen en monumentenzorg
Deutscher Verein des Gas- und Wasserfaches e.V. (Duitse vereniging van de gas- en watersector)
Deutsche Betonverein e.V. (Duitse betonvereniging)
50 schomburg.nl
Kelder-buitenafdichting
Kelder-binnenafdichting
Horizontaalafdichting achteraf (vloeibaar) Horizontaalafdichting achteraf (pasta-achtig) Zoutbelaste ondergronden Garagereparatie
Scheursanering (wanden) Scheursanering (vloeren) Weiße Wanne injectieslangen Weiße Wanne zwelbanden Weiße Wanne constructievoegen Waterzuiveringsinstallatie Reservoir voor proceswater Balkonsanering
Gevelimpregnering
Pagina 8 10 12 14 16 18 20 22
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓
✓
✓ ✓
24 26 28
30 34
36 40
schomburg.nl 51
begrippenlijst Beraping Beraping wordt gebruikt als hechtbrug tussen de pleisterlagen op het metselwerk. Het aanbrengen op het metselwerk geschiedt op een netachtige, halfdekkende manier (max. 50% bevochtiging van de ondergrond) en in het geval van binnenafdichting met minerale afdichtingsmortels, op een volledig dekkende manier. Het aanbrengen wordt met de hand uitgevoerd met behulp van een troffel of een geschikte spuittechniek. Diffusie-open/diffusiedicht Diffusie-open/diffusiedicht beschrijft de eigenschap van de doorlaatbaarheid van waterdamp door coatings. Diffusiedichte afdichtingen voor gebouwen, zoals bijv. vloeibare kunststoffen of bitumencoatings hebben een zeer lage doorlaatbaarheid en worden daarom beschouwd als diffusie-remmend. Minerale afdichtingsmiddelen, zoals bijv. afdichtingsmortels hebben aanzienlijk hogere doorlaatbaarheid. Dit betekent dat de gecoate ondergrond verder kan uitdrogen. Drukinjectie (lage druk < 10 bar horizontaalafdichting achteraf) Bij de drukinjectie wordt het injectiemateriaal via de packer in de ondergrond geïnjecteerd. De verdeling vindt plaats door middel van druk, waarbij het in de poriën aanwezige water door het injectiemateriaal naar buiten wordt geperst. Dit is een beproefde methode bij zeer hoge vochtindringing. Drukloze injectie (horizontaalafdichting achteraf) Bij de drukloze injectie wordt het injectiemateriaal via boorgaten in de ondergrond geïnjecteerd. De verdeling vindt uitsluitend plaats door de zwaartekracht resp. door het absorptievermogen van de ondergrond. De boorgaten worden gevuld met injectiemateriaal tot er geen verdere opname in de ondergrond plaatsvindt. Fluateren/zout-neutralisering Bij het fluateren worden gemakkelijk oplosbare zouten omgezet in slecht oplosbare zouten. Dit is noodzakelijk om bij saneringswerkzaamheden een
52 schomburg.nl
hernieuwde, vroegtijdige zoutbelasting van pleistersystemen te voorkomen. Schade door wegspringen als gevolg van zoutkristallisatie of hygroscopisch vocht wordt zo voorkomen. HGW Gemeten grondwaterstand. HHW Gemeten hoogwaterstand. Hydrofiel Hydrofiel betekent waterminnend. Hydrofiele grondstoffen hebben een tendens voor een hoge waterabsorptie. Hydrofoob Hydrofobe stoffen stoten water af. Op hydrofobe bouwmaterialen worden waterdruppels gevormd als parels met sterk afgeronde oppervlakken. Hoe steiler de bevochtigingshoek, hoe sterker de waterafstotende eigenschap (hydrofobie). Hygroscopische vochtigheid Bij hygroscopische vochtigheid gaat het om de waterabsorptie door zouten in de ondergrond. Zoutkristallen streven ernaar om vocht te absorberen. Vochtopname vindt meestal plaats vanuit de bestaande luchtvochtigheid en het vocht wordt verdeeld van het pleisteroppervlak in de ondergrond. Mate van verzilting/zoutanalyse Bij zoutbeschadigde ondergronden wordt de ondergrond onderzocht met behulp van boorkernen. Hierbij wordt het soort zout dat aanwezig is (chloriden, sulfaten, nitraten) en het zoutgehalte in het metselwerk bepaald. Het betreffende pleistersysteem wordt bepaald aan de hand van de totale verziltingsgraad volgens het WTA-referentieblad voor saneerpleistersystemen. Mate van vochtindringing De mate van vochtindringing wordt gebruikt om vochtige bouwmaterialen te beoordelen en is de verhouding tussen het bestaande vochtgehalte en de maximale wateropname. De mate van vochtindringing geeft dus aan welk percentage van het poriënvolume van het bouwmateriaal gevuld is met vocht. Er moet echter worden opgemerkt dat elk
bouwmateriaal een “basisvochtgehalte” heeft, het zogenaamde compensatievocht, dat afhankelijk is van de omgevingsvochtigheid. Nat-in-nat Een applicatiemethode waarbij het volgende materiaal wordt aangebracht op de nog niet opgedroogde, verse vorige laag. De periode waarin het betreffende materiaal nog als “vers” kan worden beschouwd, is afhankelijk van het type materiaal en de omgevingsomstandigheden, zoals bijv. temperatuur van de ondergrond, luchtvochtigheid etc. Negatieve waterdruk Bij het afdichten van gebouwen heeft dit betrekking op de achterwaartse vochtinwerking op het afdichtingssysteem. Deze belasting doet zich bijv. voor bij een afdichting achteraf van binnenuit, bij schade door averij in de ondergrond en door waterophoping binnen bij de bouw van nieuwbouw die al aan de buitenkant zijn afgedicht. Opruwen Opruwen is een verwerkingsmethode bij pleisteroppervlakken van saneer- en gipspleisters. Het reeds harder geworden pleisteroppervlak wordt opgeruwd met een “rabot” (Frans = schaaf) resp. er worden sinterlagen verwijderd waarbij de open porositeit van het pleister wordt verkregen. PMBC Polymer modified bituminous coating polymeergemodificeerde bitumineuze coating, kunststofgemodificeerde bitumenlaagafdichting die bestaat uit een combinatie van bitumen, polymeerdispersies en speciale vulstoffen. Na volledige uitdroging vormen KMB's hoogwaardige elastische en waterdichte afdichtingen. Scheur, dynamisch Een dynamische scheur is een scheur in de ondergrond met bewegende scheurflanken (bijv. door temperatuurschommelingen of wisselende mechanische belastingen). Deze scheuren moeten elastisch worden gesloten.
Scheur opvullen Het vullen van de scheur moet tijdens een scheursanering en scheurafdichting worden uitgevoerd. De scheur wordt aan het oppervlak gesloten resp. gevuld met een systeemcompatibel materiaal voordat de injectieharsen worden geïnjecteerd. Deze maatregel voorkomt het ongecontroleerd weglekken van het injectiemateriaal tijdens de injectie. Na afloop van de saneringsmaatregel kan de vulling worden verwijderd, geschuurd of opnieuw worden opgevuld, afhankelijk van de eisen die aan de kwaliteit van het oppervlak worden gesteld.
Verbinding, rekbaar Bij een rekbare verbinding is het mogelijk om bij dynamische scheuren een vulafhankelijke, beperkte rekbare verbinding van beide scheurflanken mogelijk te maken. Overdracht van druk- en trekkrachten kunnen hierbij niet worden gewaarborgd.
Scheur, statisch Een statische scheur is een scheur met onbeweeglijke resp. stijve scheurflanken. Deze scheuren moeten “stug”, krachtgesloten worden gedicht.
Voeg, constructievoeg Constructievoegen zijn werkgebonden scheidingsvlakken tussen constructies of bouwdelen met doorlopende wapening, bijv. in de betonbouw bij het betonneren in meerdere secties. Het doel is om een zo hoog mogelijke binding te bereiken tussen de aangrenzende betonnen delen. De dichtheid tegen het binnendringen van water wordt gewaarborgd door het achteraf injecteren van persslangen of zwelbanden.
Schwarze Wanne Bij de Schwarze Wanne gaat het om constructies waarbij de waterdichtheid wordt gewaarborgd door een kuipvormige afdichting met bitumen. Er worden bitumen- of elastomeerbitumenbanen of kunststofgemodificeerde bitumenlagen gebruikt.
Voeg, dilatatievoeg Externe invloeden, zoals belastingen en verschillende reacties van de grondstoffen bij temperatuurschommelingen bepalen de spanningen tussen de gebruikte bouwstoffen. Deze spanningen kunnen door op de juiste wijze dilatatievoegen toe te passen, worden beperkt, waardoor er zo min mogelijk schade zal optreden.
Testcertificaten Testcertificaten worden gebruikt als bewijs van de gewaarborgde materiaaleigenschappen door de fabrikant en worden door openbare materiaal controle-instanties volgens de geldende normen en testrichtlijnen opgesteld. Aanwijzingen betreffende de aanwezige testcertificaten vindt u in de technische infobladen van onze producten.
Weiße Wanne Weiße Wanne zijn constructies van beton met een hoge weerstand tegen waterindringing (waterdicht of WU-beton). Door hun ontwerp hebben Weiße Wannen geen extra afdichting over het gehele oppervlak nodig. Als gevolg van diffusie of capillaire absorptie zijn Weiße Wannen niet absoluut lekvrij bij blootstelling aan water. Er moet rekening worden gehouden met het aanbrengen van voegafdichtingen aan de constructie, uitzettings- of nominale scheurvoegen en doorvoeringen en met de berekende beperking van de scheurbreedte van het gewapend beton tot maximaal 0,2 mm bij niet-drukkend water (W1-E, DIN 18533 deel 1) of 0,1 mm bij drukkend water (W2-E, DIN 18533 deel 1).
Verbinding, krachtgesloten De krachtgesloten verbinding maakt de overdracht van krachten mogelijk door middel van druk- en evt. trekvaste verbindingen. Met dit type verbinding kan bij een sanering het herstel van het draagvermogen en de borging van gescheurde bouwdelen worden bewerkstelligd. Afhankelijk van het vulmateriaal worden de sterkteeigenschappen weer hersteld en losse voegen geëlimineerd.
schomburg.nl 53
Productveelvoud met systeem. Met zekerheid de oplossing. U heeft uw project – wij hebben de oplossingen. SCHOMBURG biedt u voor elke toepassing de juiste oplossing en voor elke oplossing de juiste producten. Omdat elk product deel uitmaakt van een verontwikkeld systeem. Van afdichting tot additieven, op onze website vindt u een reeks precies op elkaar afgestemde producten voor uw project. schomburg.nl
54 schomburg.nl
Technische service Telefoon 0528 267171 Overige informatie betreffende uw plaatselijke persoonlijke contactpersoon of uw rayonvertegenwoordiger kunt u vinden op www.schomburg.nl
schomburg.nl 55
De SCHOMBURG Ondernemingsgroep ontwikkelt, produceert en verhandelt Systeembouwstoffen voor: • Vochtwering- en renovatie • Tegellijmen – Vloermortels • Vloer en bescherming coatings • Beton technologie Al ruim 80 jaar blinkt SCHOMBURG national en international uit door haar markterkende ontwikkelingscompetentie. Systeem bouwstoffen uit onze eigen productie, genieten wereldwijd een hoge reputatie.
Om aan de hoge eisen vanuit een steeds verder evoluerende markt te voldoen, investeren wij continu in de ontwikkeling van nieuwe en bestaande producten. Dit is onze garantie voor een altijd hoge productkwaliteit ten dienste van onze klanten.
SCHOMBURG B.V. Postbus 343 7900 AH Hoogeveen/NL Telefoon +31-528-267171 e-mail info@schomburg.nl www.schomburg.nl
05/20 MSt/JD/tet/MV/LiB Onder voorbehoud van wijzigingen. De informatie in het actuele technische infoblad is bindend.
Vakmensen waarderen sinds decennia onze hoogstaande productkwaliteit, service en daarmee de kerncompetentie van de Ondernemingsgroep.